Podcast Money Matters

Landbouw in De Nieuwe Polder

Shownotes

In deze reeks afleveringen neemt Money Matters je mee door het boek de Nieuwe Polder. Elke aflevering horen we de schrijvers van een van de essays uit de bundel. Deze week gaat Ruben in gesprek met Céline Pessers, sustainability advisor bij ABN AMRO, die samen met boer Jeroen Klompe een essay schreef over regeneratieve landbouw. In het huidige systeem kampen we met bodemdegradatie van enorme omvang, met grote maatschappelijke kosten tot gevolg. Regeneratieve landbouw vormt een alternatief, maar boeren hebben wel hulp nodig om die transitie te kunnen maken. Consumenten, inkopers, overheden, maar ook banken en de toeleveringssector spelen een belangrijke rol. Meer horen over hoe we samen een gezonde en duurzame voedselproductie waar kunnen maken? Luister hier verder!

Eerst legt Céline uit wat het belang is van regeneratieve landbouw, en hoe waardevol een gezonde bodem wel niet is. Uit onderzoek van Boston Consulting Group blijkt dat wanneer heel Duitsland zou overgaan op een regeneratieve vorm van landbouw, dit 8 miljard aan maatschappelijke waarde oplevert. Vervolgens duiken we in de complexiteit van deze transitie; voor een boer is de schatting dat het zo’n 3 tot 5 jaar duurt. Van banken vraagt het om anders om te gaan met risico, bepleit Céline, en na te denken over andere financiële middelen zoals een ‘oogstverzekering’.

Als consument, of grote inkopers als een universiteit, kunnen we ook bijdragen: lokaal kopen zorgt voor kortere ketens. En de toeleveringsketen? Die zou zich minder defensief moeten opstellen, en op zoek gaan naar hoe ze samen met boeren kunnen kijken naar natuurlijke varianten op bestrijdingsmiddelen. Als laatste speler noemt Ruben de overheid. Wat de overheid moet doen? Een toekomstperspectief bieden, in plaats van simpelweg uitkopen; zorg ervoor dat je boeren begeleid in een transitie naar een nieuwe manier van voedselproductie, in plaats van hen wegzet als het probleem.

Podcast Transcript

Podcast Money Matters Landbouw in De Nieuwe Polder

Introductie

Welkom bij Money Matters, een podcast over geld en impact, waarin Social Finance NL je meeneemt door het landschap van impact investeren. En je bijpraat over de impact-economie. 

Ruben: Leuk dat je weer luistert naar Money Matters. Mijn naam is Ruben, de vaste podcast-host. Vandaag bespreek ik weer één van de twaalf essays uit het boek De Nieuwe Polder.  Iedere essay beschrijft een voorbeeld van hoe geld weer de goede kant op kan rollen, zodat het besteed wordt op een manier die bijdraagt aan een duurzame, inclusieve en welvarende toekomst. En vandaag, terug van weggeweest, Celine Pessers. 

Céline: Dank je wel. 

Ruben: Hoi Céline. 

Céline: Hoi Ruben.

Ruben: Hoe is het? 

Céline: Het is goed, hartstikke leuk om hier te zijn. Dus het gaat allemaal goed.

Regeneratieve landbouw en gezonde bodems

Ruben: Jij bent Sustainability Advisor bij ABN AMRO en je houdt je vooral bezig met biodiversiteit. En daar gaat je essay ook over, want samen met Jeroen Klompe…

heb je een essay geschreven over regeneratieve akkerbouw. 

Céline: Landbouw eigenlijk, iets breder dan alleen akkerbouw. 

Ruben: Hoe heb je Jeroen ontmoet? 

Céline: Ik hou me in mijn dagelijks werk bezig met onder andere biodiversiteit, klimaat, en dan vooral in relatie tot de food- en agrisector. Op een gegeven moment zijn we gestart met een pilot regeneratieve landbouw. En daarin volgen we eigenlijk een aantal boeren, zowel melkveehouders als akkerbouwers, in hun transitie naar veel meer natuurinclusieve landbouw. En Jeroen is één van die boeren die we daarin zijn gaan volgen en hij is een enorme koploper. Dus wat Jeroen en zijn vrouw Melanie doen in de Hoeksche Waard op hun boerenbedrijf, dat is echt best wel revolutionair in verschillende opzichten. En wordt ook heel erg gevolgd door andere boeren, door wetenschappers, journalisten.

Dus hij is best wel een bekende pionier. En het was ook heel erg leuk om dus zijn case, zijn verhaal, ook te mogen gebruiken voor ons essay, om aan de hand daarvan te laten zien hoe belangrijk en ook hoe kansrijk die transitie is naar een ander soort systeem. 

Ruben: Je hebt een prachtig essay geschreven en je was ook de gast bij onze boekbespreking in Scheltema. Regeneratief landbouw is de toekomst, maar toch lopen veel boeren tegen allerlei systeemproblemen aan. Wat was de kern van het essay? Wat betoog je tijdens het essay? 

Céline: Het essay is eigenlijk het verhaal van Jeroen. In dat verhaal zitten zoveel haakjes naar wat regeneratieve landbouw is, hoe werkt dat in de praktijk, waar loop je tegenaan, wat zijn de hurdles, maar ook in relatie tot het economisch model, in relatie ook tot prijsvorming en de rol van banken, de rol van overheid, de rol van de keten. Dus we proberen eigenlijk

een soort integrale blik op die transitie te werpen aan de hand van de praktijkcase. Ja, aan elk van die onderdelen daar zou je weer een boek over kunnen schrijven, maar we proberen dat in het essay te laten zien dat het haalbaar is. En dat we het huidige voedselsysteem weliswaar hebben opgebouwd… tot een punt waarop we heel hoog productief en heel veel voedsel… tegen lage prijs kunnen produceren, maar waarbij de prijs voor de natuur…

en ook wel voor het inkomen van de boer en op andere vlakken te groot begint te worden. Dus het systeem piept en kraakt. Het optimaliseren van het huidige systeem is wat velen betogen, maar dat is niet wat wij betogen, want wij zien echt wel de oplossing in een nieuwe relatie tussen mens, natuur en voedsel. En dat is regeneratieve landbouw. 

Ruben: En hoe al die spelers hun rol daarin kunnen spelen, daar komen we zo op.

Maar in regeneratieve landbouw heeft de bodem een hele belangrijke rol… en hoe je omgaat met die bodem. Waarom is die bodem zo belangrijk en gaat hij eigenlijk als rode draad door jouw hele essay? 

Céline: Ja, dus de bodem is eigenlijk, zou je kunnen zeggen, het allerbelangrijkste ecosysteem als je het hebt over de voedselproductie. En het is, denk ik, goed om te beseffen dat de natuur miljoenen jaren heeft geïnvesteerd in optimaal functionerende bodems, waar ontzettend veel intelligentie in zit. En ook dat het bodemleven, waar we vaak niet bij stilstaan, het bodemleven van een hand gezonde aarde, dat is meer dan dat er ooit aan mensen op de planeet hebben geleefd. Zoveel organismen zitten daarin en die werken allemaal samen. Er zitten schimmels in, er zit organisch materiaal in en een goed werkende bodem doet eigenlijk alles voor je. Als je die optimale staat hebt bereikt als boer, dan kan de natuur zijn werk gaan doen. Maar helaas is het zo dat met de huidige conventionele landbouw heeft die bodem best wel behoorlijk aangetast, in vormen van kunstmest en pesticide gebruik. Dus wat kunstmest eigenlijk doet is die plant helemaal lui maken, want met de paplepel een soort kleine extractie toedienen van wat er aan rijkdom in de bodem zit, en daarmee toch wel vernietigen wat er allemaal aan interactie daaronder plaatsvindt. Hetzelfde geldt dus voor allerlei vormen van chemische gewasbescherming.

En wat je dan ziet is grootschalige bodemdegradatie, als er wereldwijd, maar ook in Europa jaarlijks meer dan 1 miljard ton aarde en echt verwoest raakt aan en dat is gewoon vruchtbare landbouwgrond die we daarmee verliezen, dan is er echt een reden, zeker in tijden van klimaatverandering, om juist te gaan investeren in een bodem die weer weerbaar is, waar de natuur weer in terugkeert en die veel beter in staat is om die klappen ook op te vangen. 

Ruben: En dat we die bodem zo degraderen, alleen aan Duitsland kost dat 8 miljard, volgens mij las ik in je essay. 

Céline: Ja, die 8 miljard is interessant. De Boston Consulting Group heeft een artikel, uitgebreid omzoek gedaan in Duitsland, daar een artikel over geschreven. Die 8 miljard is eigenlijk de maatschappelijke waardecreatie. Op het moment dat je over zou gaan, de Duitse landbouw over zou gaan op een regeneratieve vorm, dan kun je daarmee 8 miljard aan positieve maatschappelijke waarde creëren. Maar je kan hem ook omdraaien, dus kijk naar de maatschappelijke kosten…die we bijvoorbeeld in Nederland ieder jaar dragen voor maatschappelijke schade van onze landbouw. En die lopen ook tussen de 6 en de 9 miljard. Dat betekent.. je moet aan herstellend natuurbeheer doen, waterzuivering, ook luchtvervuiling en de gezondheidskosten die we daarmee samenhangen. Dus eigenlijk is er een enorme maatschappelijke waarde, potentie op het moment dat je dit systeem zou veranderen. 

Ruben: En dus eigenlijk die bodem, daar hoef je eigenlijk niks meer aan te doen, dat werkt als ecosystem perfect, maar daar hebben we van alles enorm mee gerommeld, waardoor die bodem eigenlijk veel minder vruchtbaar is en veel minder goed werkt. Maar ik kan me voorstellen dat dan kan je op die bodem ook niet meer regeneratieve landbouw bedrijven, want die bodem die is dood. 

Céline: Het is overigens jammer dat Jeroen hier niet zit, want hij is natuurlijk de ervaringsdeskundige en degene die alles over de bodem kan vertellen. En ik ben geen bodemkundige, dus wat dat betreft zal ik mijn antwoorden beperken tot meer hoog over. Maar precies wat je zegt, dit is wel een onderdeel van de uitdaging. Dus de transitie van een intensief naar een extensief bedrijf, de transitie van een bodem die gedegradeerd is naar het weer helemaal herstellen van dat leven en van die rijkdom, dat is best complex. En daarbij moet je dus afkikken van de bestaande toevoegingen op het land en je moet eigenlijk weer aanleren wat die natuurlijke processen zijn. En gebruik maken van biologische alternatieven in die tussenliggende periode. Bijvoorbeeld kruidenrijke akkers. Dus als je maar heel veel bloemen inzaait rondom je akker dan komen daar allerlei insecten op af die weer de natuurlijke plaagbescherming vormen voor de gewassen waardoor je niet meer de pesticiden hoeft te gebruiken. Die weer het bodemleven doden omdat ze in feite met hagel schieten. Want die zijn voor één kleine plaag bedoeld maar die maken eigenlijk het geheel dood aan organismen. Dus als je dat via kruiderijke akkers kan oplossen met natuurlijke plaagbestrijding, dan zijn dat dus elementen die je kan vervangen stapsgewijs. En op die manier steeds verder kan groeien in het meer samenwerken met de natuur. 

De rol van bankiers, consumenten, toeleveranciers, en de overheid in de transitie

Ruben: En je hebt dus een aantal jaren nodig om van, als je intensieve landbouw pleegt, of traditionele landbouw naar regeneratief, heb je een aantal jaren nodig om ook die bodem weer zo rijk te maken… dat je echt goed je geld mee kan verdienen met regeneratieve landbouw? 

Céline: Zeker, dus je moet denken aan een transitieperiode van minimaal 3 tot 5 jaar. Overigens is dit ook precies waar nu heel veel onderzoek naar wordt gedaan. Hoe ziet dat nou precies eruit? Zou er een draaiboek kunnen komen voor boeren die de transitie in willen, zodat niet iedereen opnieuw het wiel hoeft uit te vinden. Dus ik heb ook absoluut niet

al deze wijsheid in pacht, maar dat er een transitieperiode is, dat is zeker. En als je je verdienmodel in de toekomst daarmee verandert, dan betekent dat ook dat je hopelijk ook andere inkomsten krijgt. Dus dat je een product kan afzetten waar veel meer voedingswaarde bijvoorbeeld in zit, waar meer kwaliteit in zit en waar je minder produceert voor de anonieme bulkstroom van wereldmarktprijzen, maar veel meer bijvoorbeeld ook voor een regionale afzet zorgt of voor korte ketens. 

Ruben: Want die drie tot vijf jaar, dat spreek ik je even aan als bankier, maar dat klinkt best wel overbrugbaar toch? Dat valt wel mee, de meeste investeringen lopen veel langer. 

Céline: Nou, kijk, het is een periode die gemoeid is met heel veel onzekerheid. Wat je bijvoorbeeld helemaal niet weet is wat het doet met de oogst, die kan mislukken. Dieren kunnen ziek worden, er zijn veel mogelijke kinderziektes. Dus je cashflow kan behoorlijk teruglopen, terwijl je wel je inkomen op orde wil houden. En banken zijn natuurlijk risico avers. Daar gaat het dus best wel mis als je met de klassieke risico-averse bril naar zo’n aanvraag kijkt. Dan kom je best een beetje op ingewikkeld terrein. Want boeren die bijvoorbeeld twee jaar verlieslatend zijn, binnen de bank zijn er ook, er is ook wetmatig gezien, een verplichting om die dan naar bijzonder beheer te boeken bijvoorbeeld. Dus de ziekenboeg van de bank. Je moet eigenlijk zorgen dat je juist die boeren heel erg dicht bij je houdt en dat je samenwerkt en dat je die periode samen overbrugt. En we zijn dat nu ook aan het kijken van hoe kan dat dan wel, bijvoorbeeld ook met een oogstverzekering. Dus dat je zegt van nou als je als akkerbouwer nu 100.000 euro per jaar kwijt bent aan pesticiden, stel nou voor dat je dat helemaal terug zou kunnen brengen, dan scheelt je dat 100.000 euro. En daarvoor in de plaats zou je bijvoorbeeld een verzekeringspremie kunnen betalen. Waarin je dat weer zou kunnen opvangen, dat risico.

Want pesticiden zijn eigenlijk ook een soort verzekeringsproduct zoals je dat in de praktijk kan zien. 

Ruben: Laten we een aantal van die partijen in dat ecosysteem langsgaan. Een aantal waren al genoemd. Laten we beginnen met onszelf, de consument. Je gaf al aan, daar kan je misschien een ander verdienmodel, een andere afzetmarkt vinden. Want hoe kunnen wij als consument bijdragen aan meer regeneratieve landbouw? Of wat zouden we anders moeten doen om het systeem wel te laten werken? 

Céline: Aan de ene kant heb je veel invloed, want je bepaalt zelf wat je in je boodschappenkarretje doet in de supermarkt. Aan de andere kant is dat ook maar beperkt tot op zekere hoogte, want je bent ook wel weer gebonden aan het aanbod. En als je echt regeneratieve producten en natuurinclusieve producten wil kopen, dan kom je bijvoorbeeld ook alweer uit bij boerderijwinkels, online diensten die veel meer die korte keten bieden. Dus je hebt allerlei voorbeelden zoals local to local en rechtstreeks. Er zijn heel veel ondernemers die eigenlijk boer en burger veel dichter bij elkaar brengen. Een mooi voorbeeld vind ik ook MoMa. Die bieden eigenlijk weer melk aan Amsterdammers vanuit de weilanden rondom Amsterdam. Waar anderhalf miljoen liter melk doorheen gaat, waarvan maar een half procent volgens mij, als ik het me goed herinner, bij de Amsterdamse bevolking uitkomt. Die worden dan weer aan elkaar gekoppeld. En zo zijn er heel veel initiatieven die boeren en burger weer met elkaar verbinden, maar die gaan wel vaak buiten de supermarkt om. Dus als je daar een beetje in verdiept dan zie je dat er heel veel mogelijkheden zijn. Maar ik denk ook wel dat er hier echt wel een rol ligt voor andere inkopers.

Bijvoorbeeld ziekenhuizen, universiteiten, die vaak vanuit de inkoopkant nu op zoek zijn naar meer van dichtbij. We zijn ook met MVO Nederland bijvoorbeeld bezig. Dat is een collectief natuurlijk eten en drinken. En die hebben allerlei inkopers in Nederland eigenlijk bij elkaar gebracht. Dus denk aan Roompot, Radboudumc en TU Delft. Die hebben eigenlijk gezegd: wij willen regeneratieve landbouw stimuleren en helpen opschalen. En wij gaan dat doen door veel meer in te kopen van boeren uit de omgeving.

En zo hebben ze laatst het broodje Utrecht gelanceerd met alleen maar ingrediënten van boeren in Utrecht. Dat vind ik echt een mooie initiatieven want dan zie je dus ook dat inkopers gewoon heel veel macht hebben om te helpen opschalen. Dus als supermarkten dat zouden gaan doen, als die zich positief zouden willen onderscheiden in voedingswaarde, in kwaliteit, en natuurlijkheid van producten, dan zouden ze enorm kunnen helpen om boeren die ook bijvoorbeeld een wortel die er scheef uitziet of minder volgens het boekje is, maar juist een heel mooi verhaal heeft om die in de schappen te leggen. En ik denk dat daar veel kansen liggen, ja. 

Ruben: Dus we hebben het over de afnemers, maar ik kan me ook voorstellen dat het gevolg heeft voor toeleveranciers. De laatste jaren hebben die ook een best wel een machtige positie in het debat over hoe landbouw eruit moet zien, hebben die ook een rol of wordt hun rol eigenlijk steeds kleiner als je regeneratief gaat boeren? 

Céline: Ja, voor een stuk, kijk voor een deel kun je zeggen dat hun rol kleiner wordt, want ja, als je geen kunstmes meer koopt dan heeft de kunstmesleverancier minder afzet. Tegelijkertijd zie je ook wel veel innovatie. Dus bijvoorbeeld wat nu Jeroen Klompe zelf heeft gedaan op zijn bedrijf is een reeks met bio-fertilizers, dus dat is een soort warme compost thee en allerlei biologische alternatieven voor kunstmest. Maar bijvoorbeeld ook die natuurlijke plaagbestrijding. Eigenlijk alle natuurlijke varianten, daar zou de toeleveringsketen denk ik ook heel erg op in kunnen zetten. En ik weet bijvoorbeeld dat John Deere, de producent van tractoren enzo, die hebben ook hele mooie machines die de grond niet meer ploegen, maar de juiste grond intact laten waardoor je veel fijner kan inzaaien. Dus de niet kerende grondbewerking, belangrijk regeneratief principe, nou daar weer de machinerie op aanpassen. Maar ook lichtere machines die wat minder compact zien, waardoor de aarde minder geplet wordt. Of werken met drones, of met AI. Je kan heel veel mooie nieuwe oplossingen bedenken als je hier maar een toekomst in ziet. En dan zijn er allerlei nieuwe modellen mogelijk.

Ruben: We raken zo veel problemen in Nederland, maar je hebt ook dat het water te laag staat in Nederland om te zorgen dat het boerenland stevig genoeg is dat die John Deere tractoren er overheen kunnen rijden. Maar dat kun je natuurlijk met een drone oplossen. 

Céline: Ja, en soms lijkt het makkelijker dan het is. De oplossingen zijn complex, want de problemen zijn complex. Maar ik denk dat een wil is zeker een weg is. Het lijkt mij mooi als boeren en toeleveringsketen met elkaar gaan samenwerken… om dat soort nieuwe oplossingen te ontwikkelen. In plaats van wat nu gebeurt, is het best wel heel erg inzetten… op het beschermen van die bestaande markten en verdienmodellen. Terwijl we eigenlijk weten dat het een kwestie van tijd is… voordat er toch meer beweging een andere richting op moet gaan komen.

Ruben: Je werkt zelf in de financiële sector. Je gaf aan dat die ook een belangrijke rol kunnen spelen in die transitie, bijvoorbeeld door zo’n oogstverzekering of die magere jaren op een of andere manier overbruggen. Je gaf ook iets aan in je essay over dat je de bodem eigenlijk anders moet waarderen als… Kun je daar iets over vertellen? Wat is de rol van de financiële sector daar? 

Céline: Ja, precies, want enerzijds heb je het over gewoon concrete oplossingen van het bieden van een ander soort krediet. We zoeken nu ook naar is het mogelijk om een soort omschakel krediet te vormen en andere aflos periodes, et cetera. Maar wat ik inderdaad in het essay ook heb betoogd, is dat er op het moment dat je op een andere manier gaat kijken naar waarden, van veel meer alleen financiële naar juist maatschappelijke waarden, dan zie je dat regeneratieve landbouw eigenlijk meervoudige maatschappelijke waardecreatie heeft. Dus beter inkomen voor de boer, betere natuur, beter voor het landschap. Dus kan je die vorm van veel bredere waardecreatie kan je die vastleggen eigenlijk in de boeken. Want het moeilijke is dat de natuur is een externaliteit in de boeken,

dus die wordt niet meegerekend en dat is best een probleem, want die bestaat wel degelijk. En wat nou als je een stuk landbouwgrond, dat helemaal vol zit met wormen en dat helemaal welig tiert van het leven, dat je dat veel hoger zou kunnen waarderen ook dan een stuk gedegradeerde grond. Want je zou die die wormen op de balans willen zetten als een asset, als natuurlijk kapitaal, om eigenlijk recht te doen aan de waarde die het ook heeft. Niet alleen ecologisch, maar ook economisch. Want kijkend alleen al naar klimaatverandering en de weerbaarheid van zo’n bodem in tijden van extreem weer, daar zit gewoon een veel lager fysiek risico ook op. Dus het veel meer integreren van die andere vormen van waarde binnen het financiële systeem is denk ik een breder onderwerp wat heel veel aandacht krijgt, maar ook nodig is, want dan kom je uit bij een regeneratieve economie in plaats van alleen regeneratieve landbouw. En daar wordt ook wel veel op dit moment over geschreven en nagedacht. 

Ruben: Nog veel te doen. 

Céline: Ja, heel veel te doen. 

Ruben: En dan komen we bij de laatste speler in het ecosysteem, die wij gaan behandelen, want er zijn nog heel veel meer. Maar die externaliteiten worden dus niet gewaardeerd, of dat wordt niet geïncludeerd in de business case, of er wordt geen financiële waarde aan gehecht. Dan kom je snel bij de overheid, want die heeft waarschijnlijk ook een rol te spelen. Dus hoe kan de overheid de transitie naar regeneratieve landbouw stimuleren? 

Céline: Ja, kijk wat de overheid nu doet is eigenlijk een pot geld vrijmaken om boeren uit te kopen die straks niet meer binnen de kaders passen. Dat heeft heel plat gezegd. Natuurlijk doet de overheid veel meer dan dat, maar dat is wel wat er binnen de maatschappij vooral blijft hangen zeg maar. En ik denk dat dat best wel zonde is, dat als de overheid zich alleen richt op die kaders van alles wat niet mag, maar wat minder eigenlijk op waar het wel naartoe kan gaan, dus echt een visie schetsen voor de toekomst, een perspectief schetsen voor boeren zou enorm helpen, zodat boeren weten waar ze aan toe zijn. Dat geld dat je nu zou steken in het uitkopen van boeren, als de overheid dat zou besteden aan het helpen van boeren om die omschakeling te maken, dan stel je voor dat je iedere boer per hectare duizend euro zou subsidiëren om te zorgen voor die kruidenrijke akkers, voor die andere maatregelen, dan heb je eigenlijk veel meer impact omdat je dan ook het boerenbedrijf respecteert en ook het in aanzien laat in de maatschappij en laat zien van er is wel degelijk een toekomst voor jou, maar we gaan anders werken en wij gaan je daarin ondersteunen. En ik vind dat nu vooral, ja, nu wil het kabinet vooral de boeren ontzien en vooral niet voor de voeten lopen, maar ik denk dat dat zachte heelmeesters zijn, want uiteindelijk zijn die boeren juist gebaat bij een krachtig alternatief en bij een visie die anders is dan hoe we het nu doen, want daar ontkomen we niet aan. Bijvoorbeeld provincie Utrecht die zegt tegen boeren… jouw grond is nu landbouwgrond, maar we gaan daar meer landschapsgrond van maken. Dat betekent dat het een lichtere bestemming heeft,

minder intensieve beweiding bijvoorbeeld, meer natuurinclusief. Dan krijgt die grond een andere waarde en dat prijsverschil krijg je meteen vergoed, zodat je en gelijk een financiele vergoeding hebt, en dat je extensief kan gaan boeren. Om dat veel meer te stimuleren zou je op die manier boeren tegemoet kunnen komen, waardoor we niet minder boeren nodig hebben, maar misschien zelfs wel meer boeren. En die kunnen natuurbeheerders worden, want wie kan dat beter dan de boer? Zorgen voor het land. Als je maar die ecosysteemdiensten waar de boer dan voor zorgt, dat je die ook vergoedt. 

Ruben: En ik denk dat veel luisteraars de boerenprotesten mee hebben gekregen… en de vertegenwoordigers van een grote boerenorganisatie… die een vrij conservatief geluid laten horen, maar er is ook een groep boeren die juist voortrekkers zijn… en juist verandering willen en gefaciliteerd daarin willen worden.

Céline: Ja, precies. Je hebt echt veel netwerken van boeren die zeggen… nee, wij willen juist dat wij eindelijk erkend worden in hoe wij al jaren onze nek uitsteken om het anders te doen. En wij laten ook zien dat de praktijken er zijn. Jeroen is een voorbeeld, maar er zijn zoveel andere boeren die het echt laten zien… dat het mogelijk is om op een andere manier te boeren. Nou, kijk nou hoe je die groepen tegemoet kan komen en kan helpen opschalen.

Daar ligt denk ik een hele grote kans. En om daarmee ook jonge generaties aan te trekken die zeggen van… hey, maar dat vind ik interessant en dan is het weer cool om boer te zijn. En het kan wel degelijk en dan ga ik toch het bedrijf van mijn ouders overnemen. Want daar zit nu ook gewoon heel veel onzekerheid. 

Ruben: Duidelijk. Dus de overheid moet niet meer op de oude voet doorgaan…

en met pappen en nat houden iedereen enigszins tevreden proberen te stellen. Maar je moet juist boeren perspectief geven en ze stimuleren om ook echt anders te kunnen boeren.

 

Céline: Precies, ik denk dat dat het is. Als je boeren voortdurend het gevoel geeft dat zij het probleem zijn, dan krijg je zoveel polarisatie, zoveel woede en onmacht. Maar als je boeren laat zien dat zij onderdeel van de oplossing kunnen zijn, en dat kunnen zij, met de juiste beleidskeuzes, dan keer je dit eigenlijk van een crisis naar een hele grote kans. Nederland is al decennialang gidsland in de landbouw, met onze Wageningen Universiteit, met alles wat we mondiaal hebben gerealiseerd. Nou, laat ons dat gidsland ook zijn in deze transitie, om te laten zien dat het herstellen van de natuur en het produceren van gezond en weerbaar mooi voedsel, dat een hele krachtige combinatie kan zijn. 

Afsluiting en credits

Ruben: Céline, daarmee zijn we aan het eind gekomen van deze aflevering. Dank je wel voor deze mooie podcast. Jullie bedankt voor het luisteren en vond je het een leuke podcast, geef ons dan 5 sterren op Spotify of iTunes. Productie, Daniel van de Poppe van Spraakmaker Media. Redactie, Daphne Sprecher, Sam Wansink en Egidio Bundel. Inhoudelijk partner Circle, onderdeel van Abn Amro en kennispartners Vriendenloterij en Oranjefonds. En wil je niks missen van deze podcast, abonneer je dan via je favoriete podcast kanaal. Dank je wel.

Het transcript van deze aflevering is ook te downloaden als PDF.