Het was een roerige tijd voor impact investeren, in Nederland én Europa. Pensioenfondsen gaven aan miljarden te willen investeren in de energietransitie in Nederland, een nieuwe regel van de Belastingdienst biedt ANBI-stichtingen nu de mogelijkheid om ook in impact te investeren, en de Europese Commissie is druk bezig met implementatie van Europese standaarden om af te dwingen dat bedrijfsleven (en overheid) gaat rapporteren over hun impact. Soms lijkt het alsof de wereld van impact investeren stapje voor stapje verder groeit, maar nu gebeurt er zoveel dat veel organisaties door de bomen het bos niet meer zien. Heel begrijpelijk, terwijl er juist op alle kanten heel veel kansen ontstaan voor grootschalige én kleinschalige initiatieven. In drie blogs neemt Björn Vennema je daarom mee door het laatste nieuws en wat dit betekent voor onze Nederlandse sector. Vandaag: pensioenfondsen willen miljarden investeren in Nederland.

Op woensdag 27 maart riepen de vijf grootste pensioenfondsen op tot betere aansturing vanuit de overheid om voor hen de investering van vele miljarden in Nederland mogelijk te kunnen maken. Een prachtige oproep waarin pensioenfondsen hun verantwoordelijk nemen en waarvan ik hoop dat de overheid ernaar luistert.

Het grote geld versus ‘kleinkapitaal’

Als het grote geld zich meldt, dan wordt er doorgaans wel geluisterd namelijk. Maar tegelijkertijd zijn er ook lokaal gigantische problemen die hele gerichte oplossingen vereisen. Ons zorgstelsel loopt vast, de kloof tussen arm en rijk groeit en het aantal dak- en thuislozen neemt almaar toe. Hierin investeren is een stuk minder makkelijk dan in de energietransitie en organisaties die aan deze oplossingen werken kunnen niet schermen met miljardeninvesteringen.

Versnippering zorgt voor vertraging

Toch zijn minstens zo grote investeringen nodig in het sociaal domein als in de energietransitie. Alleen heeft de overheid het sociaal domein keurig in allerlei kleine brokken heeft opgeknipt en verdeeld heeft over de ministeries, gemeenten en zorgverzekeraars. Alleen al op gemeentelijk niveau loopt het tekort voor jeugdzorg in de miljarden. Het is precies deze versnippering die grootschalige oplossingen tegenhoudt. Een succesvolle schuldenaanpak of zorginitiatief moet bij elke gemeente, met elke zorgverzekeraar en zelfs met elk ministerie apart afspraken maken. En dan nog lukt het vaak alleen om de activiteiten te bekostigen en niet om de maatschappelijke waarde die ze creëren gefinancierd te krijgen. Deze manier van werken is geen doen en zorgt ervoor dat vele potentieel grootschalige oplossingen niet verder komen dan een kleine regionale aanpak.

Kansen voor publiek-privaat financieren

Om sociale ondernemingen succesvol te laten zijn, is er ook voor hen een centraal aanspreekpunt, financier en samenwerkingspartner nodig bij de overheid. Die, zoals Invest-NL in de oproep van de pensioenfondsen, het mandaat heeft om zelfstandig innovaties en thema-overstijgende oplossingen te faciliteren en financiële afspraken te maken. Daarmee zorgen we dat initiatieven kunnen opschalen, maar ook beter gefinancierd kunnen worden. Alle voorspellingen wijzen erop dat de tekorten in het sociaal domein alleen maar zullen toenemen de komende jaren, terwijl private financiers staan te popelen om juist samen met de overheid aan de slag te gaan. Dat is een kans die je als overheid niet zou mogen laten liggen.

De weg vrij voor pensioenfondsen

Als we nu in actie komen, geven we de pensioenfondsen nog veel meer mogelijkheden om te investeren in een toekomstbestendig Nederland. Bovendien zorgt een inclusief, gezond en kansengelijk Nederland ook voor een gezonde economische toekomst. En wat is er nou passender dan dat we met onze eigen pensioenen effectief bijdragen aan onze gezamenlijke toekomst en tegelijkertijd op de lange termijn een financieel gezond pensioen opbouwen.

Niet alleen de pensioenfondsen zetten stappen die voor de overheid en onze Nederlandse impactsector relevant zijn, ook vermogensfondsen en stichtingen hebben nu veel meer mogelijkheden om in impact te investeren. In de volgende blog vertelt Björn daar meer over.