Zo pleit podcastgast Sandra Jetten, directeur van het Oranje Fonds. Zoals bijvoorbeeld de rol van vrijwilligers in de gezondheidszorg die zorgen dat er in opvangcentra of inloophuizen plek is voor mensen om langzaam te herstellen en weer deel te nemen aan de maatschappij. Dat kan de druk wegnemen van de wachtlijsten van de GGZ. Als je dat in waarde kan uitdrukken, dan kun je die opvangcentra misschien gefinancierd krijgen door de overheid. Dan heb je een win-win situatie gecreëerd: je hebt een oplossing voor mensen die hulp nodig hebben én je haalt kosten weg uit het sociale domein. Maar die vertaling naar eurowaarde is niet altijd even makkelijk in het sociale domein, net zo min als het meten van impact. Zo verzekert Sandra ons. Hoe zorg je dan dat je als vermogensfonds of goed doel je vermogen zo goed en efficiënt mogelijk besteed?
Dat begint natuurlijk met de belangrijkste doelstelling van een goed doel en dat is het hebben van een positieve impact op de samenleving. Dat is een stuk moeilijker te duiden dan een bedrijf dat haar succes vaak meet in de behaalde winst. Want ga maar eens bepalen wat jouw specifieke bijdrage is geweest aan het oplossen van een maatschappelijk probleem. Daar spelen zoveel andere actoren en externe factoren in mee. Vooral in het sociale domein. Sandra neemt als voorbeeld de coronacrisis. Je kan een prachtig programma hebben gedaan om eenzaamheid weg te nemen. En dan komt corona en moeten mensen maanden thuis zitten. Dat heeft zo’n impact op de eenzaamheid dat jouw project uiteindelijk geen positieve bijdrage heeft geleverd ten opzichte van de nulmeting. Maar misschien wel ten opzichte van wat er had kunnen gebeuren als je niks had gedaan. Daarom blijft impact meten in deze sector ingewikkeld en moet dat heel zorgvuldig gebeuren.
Kennis = impact
Sandra benoemt nog een extra moeilijkheidsgraad: hoe complexer de problematiek en hoe meer verschillende thema’s je adresseert, hoe moeilijk het wordt om het bij elkaar op te tellen. Als je dan gaat optellen, tel je heel vaak op het niveau van output en niet de echte impact die daar weer onder zit. Daar heb je longitudinale studies voor nodig. Maar bewezen impact maken kan volgens Sandra ook door met bepaalde projecten aan te tonen dat iets werkt, waardoor de overheidsfinanciering bijvoorbeeld gaat veranderen. Dan is er sprake van structurele of systeem impact. En ook het delen van kennis die opkomt uit het werkveld is volgens Sandra een manier van impact maken, want dan geef je ook terug aan de maatschappij.
Zorgvuldig investeren
Ook bespraken we of een vermogensfonds niet al haar geld missiegedreven kan investeren, ook de beleggingen. Volgens Sandra is het heel moeilijk om 100 procent van het vermogen te investeren in aandelen die naast een financiële return ook nog een sociale impact hebben. Want er zijn maar heel weinig sociale ondernemingen die voldoende winstgevend zijn. En die zijn vaak gericht op duurzaamheid of milieu, maar heel weinig op het sociale domein. Maar dat neemt niet weg dat het vermogen wel zorgvuldig kan worden geïnvesteerd. En bij calamiteiten is er gelukkig wel ruimte om wat extra’s te doen, vertelt Sandra. Zo zette het Oranje Fonds vorig jaar binnen no-time een speciaal coronahulpfonds op.
Prestatiegerichte financiering
Een vorm die daar ook aan kan bijdragen is prestatiegerichte financiering. Dat zit eigenlijk tussen het vermogensbeheer en de geefkant in. Volgens Sandra is dat een interessante vorm van doneren voor sociale ondernemingen die in een fase zijn dat ze geen donatie meer nodig hebben, nog niet klaar zijn voor een lening van een bank of een investering, maar wel willen groeien. In zo’n constructie maak je afspraken dat wanneer ze een x aantal mensen uit de doelgroep echt helpen, ze een tweede keer geld krijgen of een donatie waarvan een deel moet worden terugbetaald zonder rente. Dat is anders dan een Social Impact Bond, maar het is wel meer dan alleen geefgeld. Deze categorie interventies kan volgens Sandra voor de hele sector interessant zijn. Er is alleen nog heel weinig omheen geregeld en dat maakt het complexer. Daarom is het Oranje Fonds nu verschillende social finance initiatieven aan het ontplooien voor die prestatiegerichte financiering: “Hoe we hiermee omgaan moet eenduidig worden, zodat we ons echt kunnen richten op de inhoud en dat is sociale ondernemingen laten groeien en maatschappelijke impact vergroten.”
Not everything that counts, can be counted
Mooie initiatieven van Sandra en het Oranje Fonds om zoveel mogelijk impact te maken met het vermogen. Daar kunnen we allemaal een steentje aan bijdragen, juist ook vanuit de politiek. Daar ziet Sandra graag ook wat meer de menselijke maat in terug. Want in de huidige economie lijken we een soort waarderingsprobleem te hebben als het gaat om het integreren van immateriële waarden in onze structuren. We leven in een wereld waarin alles gemeten moet worden, wil het mee kunnen doen in het geheel. Terwijl juist veel ook bij uitstek gaat over dat wat zich misschien helemaal niet laat meten. Zoals Einstein ooit zei: “Not everything that counts, can be counted and not everything that can be counted, counts”. Oftewel: zomaar met je rekenmachine aan de slag heeft geen nut, maar het kan wel heel nuttig zijn om goed te kijken wat er precies gebeurt en hoe je dingen elke dag een beetje beter kan doen.
Luister hier naar de podcast.