Podcast Money Matters
#35. Impact and the City. Met Ellen Oetelmans.
Shownotes
Host: Ruben Koekoek
Co-host: Anna Verkaik
Productie: Spraakmaker Media
Redactie: Daphne Sprecher en Nina Berculo
In deze aflevering hebben wij Ellen Oetelmans te gast, mede-oprichtster en programma manager van Amsterdam Impact, een initiatief om het ecosysteem van impact ondernemerschap te versterken. We hebben het kort over wat Amsterdam Impact precies inhoudt. Ellen legt uit dat Amsterdam Impact de maatschappelijke rol van bedrijven zo groot mogelijk willen maken. Maar, het heeft ook nog een breder doel, namelijk een transitie naar een ander soort economie waar het gaat over meervoudige waarde creatie, dus niet alleen over het maken van winst.
In de aflevering wordt duidelijk dat Ellen 50 bijna identieke blousejes in de kast heeft hangen in alle kleuren nuances van de regenboog. Ze is zich er van bewust dat er misschien betere uitgaven zijn dan zoveel dezelfde blousejes in de kast te hebben hangen, máár, ze draagt ze allemaal. In plaats van een uitglijder heeft co-host Anna een van de leukste uitgaven in haar leven gedaan: haar nieuwe kitten Frits. Natuurlijk hebben we het ook over het financieren van sociale impact. Zo hebben we het over de impact economie en de rol die gemeenten daarin spelen. Is de impact economie is het antwoord voor het grote begrotingstekort in gemeenten? En moeten gemeenten radicaal anders gaan werken om gebruik te maken van het impact ecosysteem?
De belangrijkste boodschap die Ellen meegeeft is dat er veel kansen liggen voor gemeenten om samen te werken met sociale ondernemingen. Het oplossen van maatschappelijke problemen kan de gemeente niet alleen. Door allerlei partners ook te stimuleren en ook om hulp te vragen als gemeente om maatschappelijke problemen aan te pakken, wordt er samenwerking gecreëerd dat kansen biedt om publiek geld te combineren met privaat geld. Zo spoor je ook private partijen aan om te investeren in het maken van impact. Daarin is de samenwerking belangrijker dan de hoeveelheid budget dat er beschikbaar is. Gemeenten kunnen ook klein beginnen met bijvoorbeeld transparant te maken welke problemen, welke kansen en welke sociale ondernemingen er bestaan. Daarmee kan de gemeente dus een belangrijke rol spelen in het samenbrengen van partijen in het impact ecosysteem.
Podcast Transcript
Podcast Money Matters aflevering #35: Impact and the City.
Met Ellen Oetelmans.
Introductie
Intro: “Als gemeente en als overheid überhaupt altijd goed kijken welke knoppen kan ik zelf draaien en wat kan ik ‘to bring to the table’? En dat moet je dan dus op een slimme manier verbinden met de verschillende rollen van andere spelers in dat ecosysteem.”
Intro: “Welkom bij Money Matters. Een podcast van Social Finance NL waarin geld en impact centraal staan. Door in gesprek te gaan met politici, investeerders, filantropen, banken, sociaal ondernemers en andere specialisten proberen we antwoord te krijgen op de vraag hoe je sociale impact het beste kunt financieren.”
Ruben: “Hi en leuk dat je luistert naar Money Matters. Ik ben Ruben Koekoek, Social Finance NL en vandaag als co- host….”
Anna: “Anna Verkaik, ook van Social Finance NL.”
Ruben: “Hoe is het?”
Anna: “Ja, goed.”
Ruben: “Hoe is het met Frits?”
Anna: “Gaat goed met Frits, ja. Ik heb een kitten nieuw. Dus die is nu even alleen, maar hij lag te slapen toen ik wegging. Dus dat moet goedkomen.”
Ruben: “Hij kan nog niet zo goed alleen zijn?”
Anna: “Nee, hij moet nog een beetje wennen.”
Ruben: “Goed dat je ondanks Frits toch de gang naar de studio hebt weten te maken. En we gaan het uiteraard weer hebben over investeren in sociale impact en vandaag gaan we het hebben over de impact economie en de rol die gemeenten daarin spelen. En daarin ben jij co-host, omdat we net een rapport daarover hebben geschreven: ‘Impact and the City’. Maar we hebben nog een hele speciale gast die daar heel veel vanaf weet. Anna, wil jij de gast van vandaag even voorstellen aan de luisteraar?”
Introductie Ellen Oetelmans
Anna: “Zeker. Vandaag bij ons te gast, iemand die met veel passie bijdraagt aan het realiseren van de impact economie. Ze begon haar carrière als medewerker in de Tweede Kamer en was daarna enige tijd werkzaam als strategisch adviseur voor de Gemeente Amsterdam. Binnen de gemeente co-creëerde ze in 2015 Amsterdam Impact, een initiatief om het ecosysteem van impact ondernemerschap te versterken. Inmiddels is ze expert op dit onderwerp en spreekt ze regelmatig op internationale evenementen. Maar vandaag is ze hier bij ons in de studio, mag ik u voorstellen: “Ellen Oetelmans!”
Ellen: “Hi. Fijn om hier te zijn.”
Anna: “Ja, leuk dat je er bent.”
Ruben: “Jij leidt Amsterdam Impact. Wat is dat precies voor programma?”
Ellen: “Amsterdam Impact is het initiatief van de gemeente om impact ondernemerschap te stimuleren. En dat betekent dat wij de maatschappelijke rol van bedrijven zo groot mogelijk willen maken en hen daar ook bij willen ondersteunen. Maar het heeft ook nog een breder doel, namelijk een transitie naar een ander soort economie waar het gaat over meervoudige waarde creatie, dus niet alleen over het maken van winst. Waar onze maatschappelijke uitdagingen en oplossingen daarvoor centraal staan. En daar werken we heel hard aan. En een never dull moment kan ik zeggen.”
Ruben: “En daar gaan we het zo uitgebreid over hebben. We leggen je een aantal stellingen voor waar we met elkaar over in gesprek gaan. Maar we beginnen altijd met onze vaste rubriek: ‘De uitglijder’”
Rubriek: “De Uitglijder”
Ruben: “We doen allemaal op dagelijkste basis verschillende investeringen. Dat kunnen kleine, maar ook grote uitgaven zijn. En daar maken we ook allemaal weleens een misser mee. Daarom ook Mark aan jou de vraag: ‘Wat is de meest onzinnige uitgave die je hebt gedaan?'”
Ellen: “Nou, zien jullie dit zijde blouseje, voor de luisteraar? Dit is lime groen. Kijk, dit blouseje heb ik dus in 50 verschillende kleuren, om niet te zeggen in alle kleuren nuances van de regenboog. En je zou heel goed kunnen zeggen, dit zijn onzinnige uitgaven, maar ik word er dus heel erg blij van. Ik houd ontzettend van de goede kwaliteit van de stof. En ik draag het ook allemaal, dus het ligt niet te verpieteren in de kast. Dus ik denk, zijn er verstandigere uitgaven mogelijk? Daarop is het antwoord uiteraard ja, maar verhoogt het de feestvreugde antwoord nee. Dit is mijn duit die ik in het zakje wilde doen wat betreft uitgaven.”
Ruben: “Maar 50 van hetzelfde merk?”
Ellen: “Nee, verschillende merken. Ik ben niet zo op merken. Ik ben dus op kwaliteit en ik vind het ook leuk als het in de uitverkoop is, maar ik ben gewoon heel dol op die stof.”
Anna: “Maar ik denk dat er wel heel veel mannen zijn die wel exact dezelfde broek in de kast hebben hangen. Dan is wel hetzelfde merk, alles het hetzelfde, maar dan net een andere kleur.”
Ellen: “Nee, er zit wel variatie in. Korte mouw, lange mouw. Diepe hals, hoge hals.”
Ruben: “Nou, het staat je goed in ieder geval.”
Ellen: “Nou, dankje.”
Ruben: “Heb jij nog een uitglijder die je met ons wilt delen?”
Anna: “Even denken. Ik zei net al dat ik een kitten heb aangeschaft. Daar heb ik wel voor moeten betalen, maar dat kunnen we natuurlijk geen uitglijder noemen. Maar ik heb op dit moment niet dat ik uitgaves heb waarvan ik dacht, oeh dat had ik niet moeten doen.”
Ruben: “We kunnen nog wel een aflevering besteden aan de kitten economie, want dat is wel een aparte wereld hè?”
Anna: “Het zijn ook een apart soort mensen die zich in die wereld begeven. Dus ik denk dat we daar een hele aflevering aan kunnen wijden.”
Ruben: “Ja, precies. Geen luisteraars beledigen hè.”
Anna: “Nee, ik heb zelf een kat hè, dus ik mag dat nu zeggen.
Ruben: “Nee, maar aparte mensen die ze fokken.”
Anna: “Ja, nu zei jij het hè.”
Ruben: “In deze podcast zijn we op zoek naar antwoorden op de vraag hoe je sociale impact het beste kunt financieren. Vandaag hebben we het over de impact economie: een brede beweging waarin overheden, bedrijven, burgers en financiers de maatschappelijke impact centraal zetten in hun handelen in plaats van financieel gewin. In het rapport Impact and the City hebben we gekeken hoe gemeenten gebruik maken van het impact ecosysteem om tot deze impact economie te komen en waar we nog ruimte zien voor verbetering. Het rapport is overigens geschreven in samenwerking met de gemeente Amsterdam. Ellen, heel blij dat je hier met ons in de studio bent. We gaan naar de eerste stelling: ‘De impact economie is het antwoord voor het grote begrotingstekort in gemeenten.’”
Stelling #1: ‘De impact economie is het antwoord voor het grote begrotingstekort in gemeenten.’
Ellen: “Nou, interessante stelling moet ik dan natuurlijk als eerste zeggen, maar ik zou eigenlijk willen zeggen, de impact economie is het is een antwoord op onze maatschappelijke uitdagingen. De impact economie gaat over een transitie naar een ander soort economie, dat zei ik eigenlijk net al, waar alle spelers wat mij betreft zich richten op het oplossen van onze maatschappelijke uitdagingen en als je er op die manier naar kijkt, dan biedt dat ook ruimte om op een andere manier naar financiering van het oplossen van die maatschappelijke uitdagingen te kijken. Of het nou gaat om kansenongelijkheid of duurzaamheid en de klimaat crisis. Kijk ,als gemeenten zijn wij natuurlijk op aarde om maatschappelijke problemen op te lossen en liever nog om te voorkomen. Maar we kunnen dat niet alleen. We kunnen daar straks denk ik ook nog verder over praten. Maar door dus allerlei partners ook te stimuleren en ook om hulp te vragen eigenlijk als gemeente, kan je ook kijken naar hé hoe zouden we nou dat wat we willen oplossen kunnen financieren. En in Amsterdam Impact zijn we daar ook mee bezig. We hebben bijvoorbeeld het Integrated Capital Network geco-creëerd, dus samen ontwikkeld met allerlei financiers en investeerders. En daar brengen we verschillende typen investeerders bij elkaar, die dan tegelijkertijd naar een propositie kijken, dus naar een sociale onderneming of naar een impact onderneming. Dus op die manier proberen we ook de toegang naar kapitaal te verbeteren voor impact ondernemingen. En spoor je ook private partijen aan om te investeren in die impact die we willen maken. Een ander voorbeeld is Co-financing Our Future, een netwerk van impact financiers in Nederland waar we ook de onderlinge samenwerking proberen te stimuleren. En ook de dealsharing. Dus uitgangspunt biedt echt kansen om dingen op een andere manier te financieren, maar het is niet zo dat je alles via de lijn van ondernemerschap en ondernemers kan oplossen.”
Ruben: “Maar mag ik een lans breken voor deze stelling? Want kijk, als je naar de centrale overheid kijkt, dan zijn er enorme uitdagingen en eigenlijk zie je tien tallen miljarden die er tegenaan worden gegooid om dat op te lossen. Bijvoorbeeld stikstof of klimaat, et cetera. Maar eigenlijk als je een economie in transitie wil zijn, dan is het niet zo meer van geld er tegenaan gooien, maar je moet ook dingen helemaal anders doen en dat doet heel erg pijn. Dus mijn theorie, maar ik ben benieuwd wat jullie daarvan vinden, is dat je als gemeente moet je eigenlijk een gesloten beurs hebben. Dus je kan niet zomaar geld er tegenaan kloppen. Dus eigenlijk als je echt verandering teweeg brengen, dan moet je eigenlijk dingen anders doen in plaats van geld er te gaan gooien. En dat is misschien wel veel beter, omdat je dan echt een transitie teweeg brengt in plaats van dat je het oude op een andere, met heel veel nieuw geld probeert enigszins bij te stellen.”
Ellen: “Ja, ik denk dat dat parallel gaat. Dus dat je én soms als gemeente natuurlijk ook geld ergens in moet steken. Dat is ook vaak zo. Maar doordat te combineren met privaat geld, heb je dus meer geld ter beschikking, maar dat moet gepaard gaan met ook systeemveranderingen. En ook veranderingen in de manier waarop we zelf als gemeente werken, maar ook hoe we dingen hebben ingericht. Dus je kan je afvragen, er zijn allerlei nationale geldstromen, waar gaan die naartoe? Er zijn allerlei wetten en regelgeving. Nu wordt er gewerkt aan een nieuwe rechtsvorm voor nieuwe impact ondernemingen. Dus dat is ook een “systeemverandering” die maakt dat we met elkaar ook dit type onderneming beter kunnen herkennen. Dus dat kan ook weer een rol spelen bij inkoop. Dus je moet, denk ik, als gemeente en als overheid überhaupt altijd goed kijken welke knoppen kan ik zelf draaien en wat kan ik betekenen? Wat kan ik ‘to bring to the table’? Wat kan ik doen? En dat moet je dan dus op een slimme manier verbinden met de verschillende rollen van andere spelers in dat ecosysteem. Dus wat kunnen investeerders betekenen? Wat kunnen ondernemers betekenen? Maar ook wat er moet gebeuren op scholen en universiteiten in het praktisch en theoretisch onderwijs. Dus er moeten op verschillende vlakken allerlei veranderingen plaatsvinden, die je eigenlijk met elkaar moet uitvinden, terwijl de winkel ook open moet blijven. Dus het is best wel een uitdaging, maar wel ontzettend leuk.”
Ruben: “Anna, we hebben het nu over de gemeente Amsterdam, maar we hebben onderzoek gedaan naar de 44 grootste gemeentes, zie je dat dat begrotingstekort in andere gemeentes een rol speelt?”
Anna: “Ja, je ziet in heel Nederland dat gemeenten, zoals je net ook al zei, de begroting moet sluitend zijn, maar het is heel lastig. Er zijn steeds meer uitdagingen, ook in het sociaal domein, er zijn steeds meer hulpbehoevenden en hun hulpvraag is ook groter. En de gemeenten hebben gewoon te weinig geld. Dus je ziet eigenlijk gewoon, in ieder geval in die 44 grootste gemeenten, maar volgens mij gewoon in heel Nederland, dat dit een probleem is en dat gemeenten dus met weinig geld toch hele grote uitdagingen moeten oplossen. Zoals Ellen net al zei, ik denk dat hebben we natuurlijk ook in het rapport onderzocht, dat dat misschien een optie is om dat te doen met partners in de stad en dat je dus op een andere manier zoals je net ook al aangaf dat moet oplossen, omdat je het geld niet hebt, moet je er creatief in zijn.”
Ellen: “Maar ik denk zelfs als we het geld wel zouden hebben, dat het echt noodzaak is om met partners te doen. En dat is niet eens omdat ik een soort Hosanna, weet je, het is alleen maar leuk als je met verschillende partners werkt, die verschillende rollen spelen. Dat maakt het overigens wel veel interessanter. Maar ik denk ook al zou het geld de muren op klotsen, zou het ook nog het beste zijn om met die verschillende partners te werken.”
Anna: “Ook als je die systeemverandering waar we het over hadden. Dat moet je met anderen doen, dat kan je niet in je eentje prediken en dat je dan zomaar kan oplossen.”
Ruben: “Ja, mooi en over geld gesproken, want jij bent natuurlijk, jij hebt deze rol bij de grootste gemeenten van Nederland, maar je hebt ook kleine gemeentes die misschien een honderdste van het budget hebben van gemeente Amsterdam, zie je daar ook mogelijkheden om met de impact economie aan de slag te gaan?”
Ellen: “Absoluut. Ik ben zelf ook heel klein begonnen. Hoewel ons eerste programma had ook wel al 1,1 miljoen euro te besteden. En in het huidige programma 2,5 miljoen. En daar lopen we wel voorop in Nederland, dat klopt. Overigens werken we ook heel goed samen met allerlei andere collega’s in andere steden in Nederland. En ook wel internationaal trouwens en nationaal. Maar, kijk, ieder ecosysteem is er één. Onze aanpak is om onze aanpak van ondernemerschap in die brede transitie waar ik het net al over had te versterken en daar een bijdrage aan te leveren. Maar ik zeg altijd, misschien al heb je misschien niet een impact onderneming in je, je kan altijd beginnen. Als je dit belangrijk vindt, kan je ook zeggen van, ik ga met meer mainstream ondernemers die in mijn gemeente gevestigd zijn, ga ik aan de slag om hen uit te dagen en te stimuleren om impact ook veel meer in de kern van al hun bedrijfsprocessen te zetten. Dus hoe klein of groot dat maakt eigenlijk niks uit.”
Ruben: “Kijk, duidelijke oproep en ook een duidelijke stelling als ik hem zo mag antwoord op de stelling. Want eigenlijk een begrotingstekort maakt niet zoveel uit. Ook als het geld tegen de plinten op klotst, dan is de impact economie net zo belangrijk. We gaan naar de tweede stelling: ‘Gemeenten moeten radicaal anders gaan werken om gebruik te maken van het impact ecosysteem.’”
Stelling #2: ‘Gemeenten moeten radicaal anders gaan werken om gebruik te maken van het impact ecosysteem.’
Ellen: “Ja, ook op deze stelling heb ik weer wat aan te merken, sorry.”
Ruben: “Ja, nee heel goed. Daar zijn ze voor.”
Ellen: “Ik zit een beetje met de term ‘gebruik maken van’, omdat ik denk dat wij als gemeente en überhaupt alle overheidslagen, wij maken zelf ook onderdeel uit van dat ecosysteem. Dus dat ‘gebruik maken van’ klinkt voor mij misschien een beetje instrumenteel. We kunnen het zelf niet af, dus we maken gebruik van andere partners. Terwijl het voor mij heel erg gaat om een gelijkwaardig partnership te maken met al die spelers.”
Ruben: “Hier was je als lezer van het rapport ook heel streng in. Toen zei je meteen, nee het is niet ‘gebruik maken van’.”
Ellen: “Ja, dat roept bij mij verkeerde associatie op. Dus dat ten eerste en gemeenten moeten radicaal anders werken. Dat kwam ook heel mooi uit jullie rapport naar voren. Dat we natuurlijk toch de neiging hebben om in silo’ te werken. Dat is denk ik overigens niet alleen bij de gemeente zo, dat komt ook elders voor, maar dat is natuurlijk geen argument om te zeggen, dan is het dus ook goed. Dus ja, we moeten veranderen. Ik moet wel zeggen dat er best al heel erg veel gebeurt. De manier waarop wij bijvoorbeeld werken. Hoe we het programma hebben gemaakt helemaal rondom de behoeften van die spelers in het ecosysteem. En we hebben ook allerlei initiatieven geco-creëerd dus samen ontwikkeld. Dat gebeurt ook in andere programma’s. En ik zie bijvoorbeeld dook bij onze collega’s van inkoop dat, die maken ook enorme stappen om daar ook die maatschappelijke impact veel meer in mee te nemen in het werk wat zij doen. Dus ik denk dat we ook zeg maar in de manier waarop we dingen aanpakken als gemeente, dat we daar ook echt innoveren en ook echt ons best doen. Wat ik denk ik denk ik ook heel goed helpt, is als je de inhoud centraal stelt, dus welk probleem wil ik oplossen in de stad? Dan is het eigenlijk automatisch zo dat je dan het niet in je eentje afkan. Dus je hebt ook collega’s bij andere afdelingen nodig. Daar kan ik natuurlijk 10 voorbeelden van noemen, dus dat is ook een rol die wij proberen te spelen. En ik heb een kikker keel, maar ik praat lekker door. Ik denk bureaucratie op zich is ook niet altijd fout. Wij zitten natuurlijk toch belastinggeld uit te geven. En dat moeten we ook op een zorgvuldige manier doen. je moet ook belangen afwegen. Dus ik heb zelf heel weinig geduld, dus als er dingen te langzaam gaan, dan moet ik ook soms op mijn tong bijten, maar het heeft ook een functie. Dus je moet het alleen niet als excuus gebruiken om de dingen te lang te laten duren. Dus het heeft meerdere elementen, maar dat we moeten veranderen, dat staat als een paal boven water en dat we er al aan bezig zijn, vind ik ook waardevol om hier te delen met jullie.”
Ruben: “Ja en dat inkoop ,om het meer in te kleuren. Dat gaat over bijvoorbeeld er moet een straat gemaakt worden. Dan ga je niet alleen prijs kwaliteit bekijken, maar wat is ook de impact?”
Ellen: “Ja, precies. We zijn natuurlijk heel actief ook al in social return. En ook in het inkooptraject zelf. Maar ik kan mij heel goed herinneren toen ik acht jaar geleden begon, want dat gaat niet alleen over mij.”
Ruben: “Social return moet je zo even uitleggen.”
Ellen: “Nee, ik neem dat terug. Ik weet niet hoe ik dat goed moet uitleggen. Ik ga het proberen. Je doet zaken met de gemeente als bedrijf of als opdrachtnemer. En dan telt in die aanbesteding mee of je ook iets teruggeeft aan de stad. Dat is echt mijn uitleg van social return. Ik hoop dat ik nu door de ballotage van de collega’s, die heel veel van social return weten, ben. Dus daar zijn we ook al heel actief door de kiezen voor opdrachtnemers die de maatschappelijke blik en ook die activiteit hebben. We doen nu samen met collega’s van inkoop en social return ook een onderzoek naar hoe kunnen we breder in het inkoopproces nog meer rekening houden met die maatschappelijke impact die bedrijven maken of opdrachtnemers maken? En daar kijken we gewoon heel onbevangen naar, van hoe kunnen we dat ook, want het is ook een kwestie van organiseren. En ik denk dat als COVID ons een ding heeft geleerd, dan is dat ook een hoop heilige huisjes zijn in die periode ook omver geworpen. Dus het biedt nu ook mentale ruimte om te kijken, hoe kunnen we nou het beste organiseren om beloon is misschien niet het goede woord, maar om bedrijven ook, die bedrijven zaken mee te doen die ook iets goeds doen voor de stad. Wat echt een heel leuk voorbeeld is, als ik dat nog even mag noemen, is dat ik nu een project doe of een initiatief doe samen met het ingenieursbureau van gemeente Amsterdam. Je hebt het over straten, zo kom ik er ook op. En daar zijn we met een groep van aannemers en ingenieursbureaus bezig om hun maatschappelijke impact in kaart te brengen. Dat doen we met behulp van de Economy for the Common Good model. Dat is een van de modellen die je daar voor kan gebruiken. En dat doen we ook om hen, dat we met elkaar transparant maken, wat is dan die maatschappelijke invloed die je uitoefent? Hoe kan je daar ook in groeien? Dat geeft dus ruimte bijvoorbeeld voor bedrijven die al heel veel doen aan duurzaamheid, die doen soms niks aan sociaal. En andersom. Dus dit soort initiatieven biedt ook de kans aan bedrijven om daar ook een combinatie tussen te maken, tussen dat sociale en dat klimaat achtige. En, en dat is mijn punt. In dat initiatief gaat het dus ook over, kunnen dan bedrijven die kunnen aantonen wat hun maatschappelijke impact is, kunnen die dan ook een bepaalde positie binnen de inkoop van het ingenieursbureau krijgen. dat is best heel revolutionair.”
Ruben: “Dat kan ik mij voorstellen. Anna, hoe zie je dat bij gemeentes? Zie je dat al deze elementen even goed worden opgepakt bij gemeenten of gaat het een makkelijker dan het ander?”
Anna: “We hebben, zoals je net al noemde, de 44 grootste gemeenten van Nederland ondervraagd. Daar zien we eigenlijk heel duidelijk, sociale inkoop dat gaat eigenlijk best al best wel goed. Samenwerken met impact ondernemers ook. Dus uit mijn hoofd zijn 88 procent van de gemeenten in Nederland zijn al bezig met sociale inkoop op een manier. Dus dat kan ook op wat kleinschalige maten zijn. Maar dat is dus echt best wel goed. En we zien dat er echt nog kansen liggen om samen te werken met partijen, met filantropie in de stad en met impact investeerders. Dat zijn echt nog maar kleine percentages van de gemeenten die daarmee samenwerken. Dus dat kwam wel duidelijk naar voren dat er daar nog kansen liggen en dat is meteen geloof ik ook een, naja we hebben natuurlijk veel gemeenten gesproken ook voor het rapport en dat zijn meteen ook partnerschappen die ingewikkelder zijn omdat je daar moet samenwerken terwijl je bijvoorbeeld voor sociale inkoop best wel veel binnen de gemeente kan aanpakken.”
Ellen :”Het heeft inderdaad te maken met de knoppen waar je aan kan draaien, maar dat heb ik in de afgelopen periode ook heel erg geleerd en ervaren. Kijk, wij werken wel veel samen met impact financiers en in het begin dacht ik al, weet je who am I? Ik ben een ambtenaar. Ik zit totaal niet in die wereld. Ik weet er ook niks van, van dat impact investing. Maar toch hebben we omdat ik voelde en ook merkte dat er behoefte was bij die impact financiers om meer onderling samen te werken, heb ik daar toch een initiatief genomen om het het integrated capital netwerk te ontwikkelen. Gaandeweg merkte ik dus dat ik ook wel af en toe moest zeggen, want dat is ook met financiers die eigenlijk onderling ook concurrent zijn. Die moeten dan ook heel open met elkaar zijn van welk criteria hanteer ik? Welke onderneming heb ik in mijn pipeline? Bij dealsharing, dat hoef ik jullie niet uit te leggen, gaat het ook over dat je dat dan combineert met elkaar. Dus dat was soms best heel spannend om dat ook met hun samen te ontwikkelen. Maar ik heb natuurlijk toch ook af en toe gezegd van, weten jullie nog waarom we ooit begonnen waren? Namelijk, we willen meer impact maken in de stad. Dus we moeten nou toch even door deze zure appel heen bijten. In het begin durfde ik dat helemaal niet te zeggen, omdat ik merkte dat het ook een bindende factor kan zijn. Dus het zit m ook in, weet je, het zit hem niet altijd in geld. Hoewel ik dit wel heb gefinancierd om dat mogelijk te maken, maar nu hebben we dus, naar de markt gebracht, nu is het dus een lidmaatschapsmodel, waar ik echt heel trots op ben. Dus nu bedruipt het zichzelf. Dus ja, het is ingewikkeld of het kan ingewikkeld zijn, maar het heeft ook te maken met dat je je open opstelt richting die partijen en ook soms zegt van, weet je joh vertel mij hoe het hier zit, want ik weet het ook niet precies. Dat staat ook in jullie rapport. Gooi de luiken open. Het staat er anders, maar dat heb ik zo even geïnterpreteerd. En dat is het ook. Je moet je luiken opengooien. Het verbreed je eigen horizon als ambtenaar echt ongelofelijk leuk. En het maakt dat je ook met partners langdurige samenwerkingen kan doen.”
Anna: “Ik denk ook dat we dat in het rapport als een van de aanbevelingen, bijvoorbeeld het samenwerken met impact investeerders of met filantropen. Je kan ook best klein beginnen in een gemeente. Dus je hoeft niet meteen place based investment fund op te zetten. Je kan ook eerst kijken, welke fondsen zijn er eigenlijk allemaal in de stad? Op welke maatschappelijke opgave werken zij? Kunnen we samenwerken? Dus je kan heel klein beginnen. Ik denk dat je daar gelijk in hebt.”
Ellen: “Dus een van je rollen is ook om dan transparant te maken, wat is er? En daar moet je natuurlijk ook altijd weer goed kijken van, wat is er al in de zin van ook als je dingen wilt transparant maken. Ik was bezig met een soort uitputtend overzicht van alle impact financiers. Toen zag ik dat Social Entreprise NL heeft daarvoor een heel mooi overzicht. Dan doe ik op onze website, doen we een link naar dat. Je moet ook goed kijken, waar voeg je echt iets toe?”
Ruben: “Helder. We gaan niet de laatste stelling, maar de laatste vraag eigenlijk, want je bent natuurlijk politiek niet gekleurd als ambtenaar. Maar er is wel net een nieuw college akkoord gekomen in Amsterdam. En mijn vraag aan jouw is, welk element zeg je van, daar word ik echt warm van om uit te voeren. Daar kan ik wel echt mee aan de slag?”
Ellen: “Dat klopt. Ik ben natuurlijk ambtenaar. Ook al heb ik echt wel opvattingen en een visie. Ik moet natuurlijk niet eigenlijk echt een waarde oordeel gaan uitspreken over dit akkoord. Tegelijkertijd ben ik als ambtenaar, zou ik ook niet alle bevelen opvolgen. Dus zo is het ook wel weer. Dus als ik nou naar dit akkoord kijk, dan denk ik dat en ook zeg maar als ik kijk naar de expertise en de ervaring die ik heb opgebouwd en ook als ik zie waar partners, onze samenwerkingspartners mee bezig zijn, waar talent behoefte aan heeft, dat er steeds meer financiers zich in deze richting begeven. Dat er veel gebeurt op scholen, zowel praktisch als theoretisch onderwijs. Consumenten. Dan kan ik gewoon mijn enthousiasme niet langer onderdrukken. Ik ben echt heel blij met dit akkoord. Weet je, de economie paragraaf daar staat bijvoorbeeld in dat brede welvaart het uitgangspunt is, maar ook het doel. Dat we een visie erop gaan maken en vooral ook stel ik mij voor een handelingskader. Want we moeten natuurlijk niet teveel blijven praten, maar er moet ook wat gebeuren in die stad. De thema’s die er worden genoemd: kansengelijkheid, duurzaamheid. Dat staat ook in de economie paragraaf, maar ook wel in andere onderdelen. Dat het gaat over publiek-private samenwerking, maar ook samenwerking met burgers. Dus veel meer die co-creatie en een andere manier van werken. Dus ik denk dat het ontzettend veel aanknopingspunten biedt om die maatschappelijke impact te versnellen en te vergroten.”
Anna: “En we hadden het natuurlijk eerder in de podcast al over, dat er toch in veel gemeenten wel in silo’s wordt gewerkt. Denk je dat zo’n duidelijke paragraaf in het coalitieakkoord ook echt meer mandaat biedt aan ambtenaren om een meer holistische aanpak te implementeren?”
Ellen: “Dat denk ik wel, want het is natuurlijk toch. Kijk, dit gaat ook over systeemverandering, want het gaat ook over systeemverandering, want anders ga ik te ver. En dat natuurlijk ook soms pijn. En je moet in die systeemverandering moet je ook met elkaar en ook met partners uitvinden van wat moeten we precies doen? Ik zei net ook al, de winkel moet ook open blijven. Een systeemverandering, daar raak je ook aan gevestigde belangen. Dus ik denk dat het heel belangrijk is dat ambtenaren ook ervaren dat er ruimte is voor entrepreneurship. En dat er ook ruimte is om te experimenteren. En ik kan echt zeggen, het is natuurlijk ook soms bureaucratisch in Amsterdam, maar ik heb bijvoorbeeld heel veel ruimte gekregen de afgelopen jaren om dit toch wel voor de troepen uit te ontwikkelen. Dus daar ben ik heel dankbaar voor. En dat vind ik ook heel bijzonder, dat dat binnen de gemeente Amsterdam kan, wat ook een hele grote gemeente is. Het is niet allemaal kommer en kwijl. En ik denk dat dit college akkoord, omdat ik zie daar ook dat meer holistische aanpak. Denk ik dat daar een hele mooie basis voor gelegd is, om daar ook mee verder te gaan.”
Ruben: “Maar de lat ligt ook hoog. Lijkt me ook wel van, moet allemaal nog wel gebeuren. Lijkt me ook wel een bepaalde…”
Ellen: “Maar ik ben reten ambitieus ook. Nee laat ik het anders zeggen. Ik ben gewoon heel enthousiast. Ik zie heel vee mogelijkheden en ik zie ook gewoon heel veel energie bij financiers, bij ondernemers, bij scholen. Weet je, dus het is echt, we hebben nu krijgen we en dat gaat niet om mij, maar gewoon over dit onderwerp hebben we echt wel de wind rug, of de wind in de zijde.”
Ruben: “Daarmee zijn we zijn we bijna aan het einde gekomen van deze podcast. We sluiten af met een persoonlijke vraag. Wat is niet de rode draad, maar de impact draad die door jouw carrière heenloopt?”
Rubriek: “De Impact Draad”
Ellen: “Ja, ik denk, dat gaat ook over wat heeft nou de meeste impact op jou gemaakt? en ik kom uit een arbeiders gezin. Ik weet niet of dat tegenwoordig nog zo heet. Mijn vader was huisschilder en mijn moeder moest vanaf haar dertiende van school om geld binnen te brengen. En het was wel een gezin waar het heel erg ging over politiek en maatschappelijke ontwikkelingen, rechtvaardigheid, solidariteit, gelijke kansen was echt heel erg belangrijk bij ons thuis. En wat voor mij persoonlijk denk ik de meeste impact heeft gemaakt, is dat mijn moeder besloot om ons niet op de school in de hoek te doen, maar op de montessori kleuterschool. Dus in die zin ben ik ook wel een product van de verheffing via het onderwijs. En ik kon dus ook gaan studeren als eerste in mijn familie. Dus ik denk dat persoonlijke voor mij de meeste impact heeft gemaakt. dat we net even een andere dwarsstraat zijn ingeslagen.”
Ruben: “En dit heeft een belangrijke rol gespeeld in jouw carrière? Om ook anderen die kans te geven?”
Ellen: “Ik denk als je vraagt, waar heb je nou in je werk veel impact gemaakt, dan moet ik toch dat Amsterdam Impact programma noemen. En omdat we echt de inhoud centraal stellen om de wereld beter te maken voor ons allemaal, dat klinkt echt als een tegeltje wat je boven je bed gaat hangen.”
Ruben: “Maar is het denk je nu moeilijker om die verheffing vergeleken met?”
Ellen: “Nee, ik denk dat het niet moeilijker is, het is gewoon terug in als onderwerp. En om een voorbeeld te noemen in het programma wat heel erg dichtbij mijn hart zit om het zo maar even te zeggen, is wij werken samen met Fawakka Ondernemersschool. Dat is ook een sociale onderneming of een impact onderneming. En zij bieden programma’s aan schoolkinderen, dus op de lagere school, om hen kennis te laten maken met dit type ondernemerschap. En voor mij gaat dat helemaal niet eens over dat die kinderen allemaal ondernemer moeten worden, helemaal niet. Wat je ziet gebeuren bij die kinderen, is dat zij voelen, no matter uit wat voor gezin ik kom of in welke buurt ik opgroei, want we bereiken dus 500 kinderen door de hele stad, ik heb ook een bijdrage te leveren aan het oplossen van onze uitdagingen. En het verhoogt dus enorm hun zelfvertrouwen en verbreedt hun blik. En dat is iets wat ik, daar word ik gewoon heel blij van. Dat we dit dan in dat programma Amsterdam Impact ook kunnen doen. En dan de HvA doet dan onderzoek van, wat levert het nou op? Wat doet het met die kinderen? Maar ook, wat doet het met die ouders? Dus dat is zeg maar gezien mijn jeugd en we waren laatst ook op een school in Amsterdam Noord, waar ik ook twee straten verderop was opgegroeid. Als je nou met een mes op mijn keel, dan is het eigenlijk dit waar het voor mij om gaat.”
Afsluiting en credits
Ruben: “Mooi om te horen. En lijkt mij ook een prachtige manier om af te sluiten. Anna, wat neem jij mee uit deze podcast?”
Anna: “Nou, ik vond het heel mooi dat je zei van, kijk, er is een heel groot financieringstekort bij gemeenten maar dat maakt eigenlijk niet uit. Ook al was er heel veel geld, het gaat er gewoon om dat we naar die nieuwe economie, naar die impact economie werken en dat we dat met partners samen doen en dat geld daar geld in die zin helemaal niet een grote rol in speelt. Dat vond ik wel echt iets moois. En dan werk je dus vanuit enthousiasme eigenlijk meer dan vanuit een geld tekort. Vond ik mooi gezegd.”
Ruben: “Dankjewel Ellen. Ook dank Anna, als co-host. ABN AMRO en het Oranje Fonds voor het mede financieren van deze podcast. Productie: Spraakmaker Media. Redactie: Daphne Sprecher en Nina Berculo. En wil je niks missen van deze podcast reeks? Abonneer je dan op de podcast via jouw favoriete podcast App. Dankjewel voor het luisteren.”