Dat ondervond podcastgast Laure Wessemius-Chibrac toen ze van de mainstream sector waarin puur financiele impact centraal stond, naar de impact investing sector ging. Niks geen liefdadigheid; het kan keihard zaken doen zijn volgens Laure. Ze werd hoofd investeringen bij Stichting Cordaid en is inmiddels medeoprichter en directeur van de NAB, de Netherlands Advisory Board on impact investing. De NAB is in 2019 opgericht met het doel de schaal en efficiëntie van impact investeren in Nederland te verbeteren. Dit doet de NAB door middel van het samenbrengen van alle stakeholders van het impact investing ecosysteem. Maar hoe staat het er op dit moment voor met impact investing in Nederland? En wat de verwachtingen zijn in de toekomst? We maken de balans op samen met Laure en zijn benieuwd naar haar inzichten op het gebied van duurzame en, met name, sociale impact.
De ‘do no harm’ vs de ‘do good’
Impact investing is een steeds meer voorkomende manier van financieren in Nederland. Maar hoe doet ons land het in vergelijking met andere landen? Laure noemt Nederland nog nét geen wereldkampioen in impact investing. Het meest opmerkelijke vindt ze de hoge aanwezigheid van Nederlandse instellingen als mede-investeerders in de opkomende- en ontwikkelingslanden. Daarmee lopen we voor op andere landen. Maar we lopen achter op andere landen als het gaat om het investeren van ons nationaal geld in sociale impact. Terwijl Nederland toch een van de grootste pensioenpotten ter wereld heeft. Dit geld wordt nog voornamelijk geïnvesteerd in ‘mainstream finance’ en deels in duurzaamheid, maar op het gebied van impact investering kunnen we volgens Laure echt nog grote stappen maken. Er is namelijk een verschil tussen duurzaam investeren en impact investeren legt ze uit. Het verschil zit in de intentie van de investering. Duurzaam investeren gaat om de ‘do no harm’, terwijl impact investeren gericht is op de ‘do good’. Met impact investeren streef je dus naar een positieve verandering. Vaak komt impact investing met een liefdadigheidsbeeld. En dat is totaal niet het geval. Impact investing is gewoon beleggen, maar je voegt nog een extra missie toe.
Verschillende tinten groen
Maar hoe kunnen we die stappen dan maken om impact investing naar een volgend niveau te tillen? Volgens Laure is daarvoor meer regulatie nodig. Een voorbeeld daarvan is het doorrekenen van de kosten van vervuiling of schade aan de maatschappij in de kostprijs, zoals True Price dat in Nederland probeert te doen. Ook de taxonomie in de EU draagt hieraan bij. De taxonomie vraagt financiële instellingen om meer transparant te zijn op hun werkelijke doel en missie. Je hebt een inventarisatie van de verschillende soorten impact die je kan bereiken, van lichtgroen, meer duurzaamheid naar donkergroen, meer impact investing. Daarmee voorkomen ze zogenaamde ‘green washing’, dus dat organisties onterechte claims maken over hun (duurzame) impact.
De bloei van het impact investing ecosysteem
Ook valt er volgens Laure nog een slag te slaan als het gaat om samenwerking. Er wordt goed samengewerkt door de 33 wereldwijde NABs, met de Global Steering Group (GSG) voor impact investing als overkoepelende organisatie. De GSG en alle NABs samen publiceren in december een advies voor de G7 om een transitie te maken naar zowel een duurzame als eerlijke wereldeconomie. En Nederland doet het goed op het gebied van financiële inclusie. We werken goed samen op deal-niveau. Maar wat er nog ontbreekt is de verdere ontwikkeling op het gebied van impact meten of het overbrengen van kennis naar andere sectoren dan de financiële. De NAB neemt hierin het voortouw door te onderzoeken wat de grootste barrières zijn om het hele impact investing ecosysteem volop te laten bloeien in Nederland. Om op een systemische manier de problemen op te lossen is het nodig om verschillende segmenten en sectoren bij elkaar te brengen.
Op naar het wereldkampioenschap
Of impact investing het nieuwe normaal wordt? Geen andere optie is mogelijk volgens Laure. “Wij leven met elkaar op een planeet. We kunnen niet onze planeet en onze samenleving blijven beschadigen, dus ik zie geen ander alternatief.” Bovendien ziet Laure een nieuwe generatie jongeren op de arbeidsmarkt komen die niet meer willen werken voor een vervuilende organisatie. Het begin is er dus, maar de mentaliteit loopt vaak nog achter. Het idee heerst nog steeds dat sommige mensen denken dat impact investing minder rendabel is. Ook pensioenfondsen zijn nog steeds gericht op rendement op korte termijn, terwijl ze eigenlijk het langst mogelijke termijn hebben voor hun rendementen. En wat heb je aan een pensioen wat ten koste is gegaan aan de kwaliteit van de leefomstandigheden in Nederland? Daarom eindigt Laure met het advies: “We moeten een verandering in de mindset durven hebben en impact investing gaan zien als een opportunity en minder als een risico. Ook moeten we uitkijken dat we het niet gaan gebruiken, omdat het nou eenmaal populair is, maar omdat we echt impact willen maken. Dan zijn we echt dichtbij het wereldkampioenschap impact investing.”
Wij halen onze oranjeshirts vast uit de kast: worden wereldkampioen! Eindelijk!
Luister hier naar de podcast.