Zo benadrukt podcastgast Bart van Eyk. Met zijn 25 jaar ervaring met microfinanciering heeft hij een brede kennis over het financieren van sociale impact en innovatie in opkomende markten. Zo richtte hij Musoni op, de eerste volledige gedigitaliseerde microfinancieringsinstelling ter wereld en is hij inmiddels Investments Director bij Oikocredit, een cooperatie die investeert in sociale impact en duurzame ontwikkeling van lokale gemeenschappen in ontwikkelingslanden. In zijn visie benadrukt hij het belang van financiele inclusie, maar uiteindelijk gaat het om de sociale impact die je daarmee kunt bereiken.

De juiste intentie voor impact

Om die sociale impact te bereiken zijn de juiste intenties nodig van de microfinancieringsinstelling. Volgens Bart maakt het daarom niet uit welke rechtsvorm de instelling heeft. Dat kan een BV zijn, maar ook een coöperatie zoals Oikocredit bijvoorbeeld is. In ontwikkelingslanden werkt deze unieke structuur over het algemeen heel goed, maar is het zeker niet altijd ‘the way to go’ vindt Bart. Het hangt enorm van de context van een land af. In sommige landen biedt een coöperatie veel betere bescherming, maar afhankelijk van hoe je het inricht kan een BV soms socialer zijn dan een coöperatie. De sleutel zit in een gezamenlijke agenda. Zoals bijvoorbeeld in de landbouw. Daar doen boeren vaak gezamenlijke inkoop en verkoop en managen samen spaarrekeningen en leningen. Als de betrokken stakeholders niet dezelfde agenda hebben, dan kan een coöperatie de besluitvorming juist vertragen. Want in een coöperatie hebben alle stakeholders nou eenmaal een stem. Dat is ook een van de redenen dat Oikocredit ook een stichting heeft opgericht voor minder rendabele projecten die wel potentie hebben om enorme impact te maken.

Meten is weten

De sociale impact die wordt nagestreefd in ontwikkelingslanden gaat dus een stapje verder dan bij microfinanciering in Nederland. De financiele inclusie is namelijk een sleutel  tot een beter leven voor veel mensen. Maar hoe meet je dan wanneer dat succesvol is? Volgens Bart is dat iets wat je over de jaren moet gaan meten aan de hand van de kwaliteit van huisvesting, het aantal kinderen dat naar school gaat, de aanwezigheid van sanitaire voorzieningen, etc. Als deze graadmeters verbeteren, dan zie je dat het verstrekken van microfinanciering effect heeft. Daarnaast wordt er bij Oikocredit onderzoek gedaan voordat er een lening wordt verstrekt aan de microkredietinstellingen in ontwikkelingslanden. Er wordt dan gekeken of deze instellingen een screening doen bij hun klanten of ze het nodig hebben, waar ze het voor gaan gebruiken en of ze de capaciteit hebben om het terug te betalen. En ook of er aan financiële educatie wordt gedaan, want dat is volgens Bart enorm belangrijk.

Financiële inclusie en bankability

Is met die financiële educatie en de huidige technologie iedereen dan ‘bankable’ vragen wij ons af. Dat vindt Bart iets te stellig, maar het helpt wel enorm legt hij uit. Zo rolde hij zelf dankzij mobiele technologie een volledig cashless concept uit voor het verstrekken van microfinanciering (Musoni). Inmiddels hebben veel mensen in ontwikkelingslanden namelijk een mobiele telefoon, waardoor je minder afhankelijk bent van vaste infrastructuur zoals kantoren. Maar volgens Bart wil dat zeker nog niet zeggen dat iedereen ‘bankable’ is. In de praktijk willen banken toch vaak een onderpand, een vast inkomen en een voldoende eigen vermogen. Of er worden mensen buitengesloten van het bankensysteem, omdat ze geen rendabele klant zijn. Dus die microfinancieringsingstellingen vangen min of meer de rol van de bank op voor die groepen. Gelukkig ziet Bart steeds meer verschuiving van die instellingen naar het midden en klein bedrijf en dat vindt hij een goede ontwikkeling. Dan krijg je namelijk concurrentie en marktwerking. En dat komt de financiele inclusie uiteindelijk alleen maar ten goede.

Samen door de coronacrisis

Tot slot vragen we Bart of de bereikte financiële inclusie stand heeft gehouden tijdens de coronacrisis en de toegenomen verdeeldheid die daarmee gepaard is gegaan. Buiten de inspanningen van het ‘Noorden’ om het ‘Zuiden’ financieel door de coronacrisis te helpen, heeft het ‘Noorden’ het ‘Zuiden’ toch wel echt in de steek gelaten op het gebied van vaccins, volgens Bart. Wij beginnen al aan onze booster, terwijl in veel ontwikkelingslanden de vaccinatiegraad nog heel erg laag is en het op langere termijn veel belangrijker is dat iedereen is ingeënt. Toch ziet Bart ook veel dingen wél goed gaan tijdens de crisis. Hij heeft de samenwerking van Oikocredit met meerdere grote microfinancieringsinstellingen zien versterken. Samen maken ze zich sterk om hun lokale partners en klanten in de lucht te houden tijdens de coronacrisis. Ook gelooft hij sterk in een goede vertegenwoordiging van lokale partners in de besluitvorming van microfinancieringsinstellingen. Op die manier heeft Bart positieve hoop op dat het ‘Noorden’ en het ‘Zuiden’ enigszins hun handen ineen kunnen slaan om door de coronacrisis te komen. Op naar nog meer financiële inclusie!

Luister hier naar de podcast.