Verslag Talkshow Impact and the City

Gemeenten staan voor enorme uitdagingen. Terwijl hun maatschappelijke taken de afgelopen jaren alleen maar zijn toegenomen, zijn er maar beperkte middelen beschikbaar. Om toch de transitie naar een sociale en duurzame economie te maken, moet er worden samengewerkt met partners die ook een positieve impact willen maken. Maar hoe kan dit impactecosysteem worden ingezet om problemen in de stad op te lossen? In het rapport Impact and the City is Social Finance NL op zoek gegaan naar antwoorden op deze vraag. Tijdens de talkshow is dit rapport gepresenteerd en samen met een panel van experts ingedoken op dit thema.

Impact and the City

Anna Verkaik, samen met Ruben Koekoek auteur van het rapport, gaf als eerste een introductie op het thema en het rapport, waarvoor met vijf gemeenten is gesproken die al op weg zijn om hun impact economie te versterken en te laten groeien. In het rapport geven zij concrete tips hoe ook andere gemeenten hun lokale of regionale impact ecosysteem kunnen inzetten om hun stad duurzaam, sociaal en toekomstbestendig te maken. De gemeente Rotterdam bijvoorbeeld draagt bij aan het Social Impact Fonds Rotterdam (SIFR), een placebased investeringsfonds gericht op sociaal ondernemers in Rotterdam. Een belangrijke aanbeveling is dat gemeenten zich openstellen voor samenwerking met andere spelers en in gesprek gaan over de behoeften van deze spelers, maar ook van de inwoners in hun regio. Van hieruit kunnen de huidige werkwijzen worden doorbroken en wordt het pad geplaveid voor echte systeemverandering. Werken vanuit de eigen rol en kracht, is hierbij cruciaal.

De impact economie in Europees perspectief

Na deze introductie sprak host Ruben Koekoek kort met Kris Peeters, vicepresident van de Europese Investeringsbank, over de rol die Europa en de EIB spelen in het aanwakkeren van de impact economie. Kris was hierover duidelijk: Europa moet hierin absoluut een rol spelen en heeft ook al veel gedaan op dit vlak. Denk bijvoorbeeld aan de Europese Structuurfondsen en het InvestEU Programma. Maar ook de EIB is een waardevolle partner in het financieren en adviseren van gemeenten en ondernemers over de impact economie, onder meer via hun European Investment Advisory Hub (EIAH). Om een impact economie te realiseren, is het doorbreken van de silo’s een grote uitdaging, maar de bank kan hierbij helpen, door verschillende partijen samen te brengen en uitdagingen op een holistische manier aan te pakken. Daarbij zijn Nederlandse gemeenten en steden volgens Kris echte frontrunners in de impact economie. Bijvoorbeeld de gemeente Utrecht die met steun vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) haar afvalrecycling lokaal heeft kunnen vormgeven.

Een ecosysteem bouwen is uitdagend, maar er zijn volop kansen

Met de vraag ‘Zijn de aanbevelingen uit het rapport herkenbaar?’, opende Ruben vervolgens de paneldiscussie. Reinder Douma, programmanager Sociaal Ondernemerschap bij de gemeente Den Haag, nam als eerste het woord: “De silo’s vallen inderdaad op. Het is een kunst om partijen te verbinden, maar er zijn al veel mooie initiatieven. Gemeenten mogen meer vertrouwen hebben dat ondernemers goede ideeën hebben om bij te dragen.” Dit positieve uitgangspunt, vindt ook weerklank bij de andere panelleden. Ellen Oetelmans, programmamanager bij Amsterdam Impact, vult aan: “Ik ben niet pessimistisch gestemd over de silo’s. In Amsterdam hebben wij een loket- en loodsfunctie, gericht op het opbouwen van het ecosysteem rondom de impact  economie. Hierbij moeten we zelf een weg vinden onder ambtenaren. Waar zit bij hen de energie? Hierbij helpt het als je impact centraal zet en dat als uitgangspunt neemt.” Ook Sabina Gietema, projectleider bij Platform 31 en betrokken bij de City Deal Impact Ondernemen, sluit zich hierbij aan. Maar hoe zit dit in kleine gemeenten? Voor hen is het opzetten van gerichte instanties niet altijd haalbaar. Sabina: “Bij sommige gemeenten komt het bewustwordingsproces pas net op gang. Het delen van best practices helpt om te inspireren en motiveren. Daarnaast is het ook voor hen aan te raden om te reflecteren op de eigen organisatie en te ontdekken waar het enthousiasme ligt.”

Start vanuit een gezamenlijk doel met filantropie en impact investeerders

Uit de enquête onder de 44 grootste gemeenten (G4 en G40) – de resultaten zijn terug te vinden in het rapport – blijkt dat slechts 13% samenwerkt met filantropische instellingen en 6% met impact investeerders voor het realiseren van impact of het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Over het algemeen is er beleid om met deze spelers samen te werken. Sabina: “Mogelijk zien gemeenten ook risico’s over de invloed die deze spelers vervolgens kunnen hebben op beleid.” Toch hebben impact investeerders en filantropen enerzijds en de publieke sector anderzijds elkaar hard nodig om systeemverandering teweeg te brengen. “Door het creëren van financieringstreintjes, heeft de publieke sector veel baat bij samenwerking met filantropen en investeerders”, vertelt Ellen. Tegelijkertijd heeft de filantropie de overheid nodig om de door beoogde systeemverandering te realiseren, merken zowel Martijn Blom (EVPA) en Peter Brouwer (Goldschmeding Foundation) vanuit het publiek op. Peter: “Filantropie kan zich richten op R&D en pilots draaien, maar uiteindelijk heeft ze de overheid nodig om op grote schaal impact te maken. Vanaf het begin samen optrekken is daarom enorm waardevol”.

Werk samen met het gewone bedrijfsleven

Als we denken aan de impact economie, denken we vaak vooral aan sociale ondernemingen. Maar ook het reguliere bedrijfsleven is nodig om oplossingen te vinden voor de uitdagingen waar gemeenten voor staan. Zij worden betrokken door onder andere beleid rondom Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) en Social Return on Investment, waarbij opdrachtnemers van overheden een bepaald percentage van hun opdrachtwaarde inzetten voor maatschappelijke opgaven. Ook certificering van bedrijven die goed scoren op bepaalde vlakken, kan hierbij helpen. Ellen: “Certificering gaat ook om een groeipad: hoe kunnen we impact vergroten en waarderen in het inkoopproces. Het geeft de mogelijkheid om op een holistische manier naar vraagstukken te kijken. En dit is eigenlijk helemaal niet zo lastig.” Sabina beaamt dat: “In de hoofden van mensen is het allemaal nog heel ingewikkeld en onmogelijk, terwijl er al tal van mooie voorbeelden zijn die laten zien dat het wel kan.”

Conclusie: de tijd is rijp voor de impact economie!

Zowel de panelleden als de zaal was het erover eens dat de tijd er rijp naar is om volop in te zetten op de impact economie. De komende periode, waarin de coalities worden gesmeed, is hierin cruciaal. Dit rapport komt daarmee op een uitgelezen moment om gemeenten te inspireren en enthousiasmeren om de krachten uit de omgeving in te zetten om haar maatschappelijke opgaven nog beter uit te voeren. Social Finance NL hoopt dan ook dat gemeenten de gesprekken aangaan met hun partners en verbindingen zoeken vanuit gezamenlijke impactdoelen. We wensen hen alleen veel succes bij het realiseren van een impactgedreven economie!

De volledige talkshow is terug te zien op YouTube via: https://youtu.be/gfZyiRlczf8