Eigenlijk heeft hij nog reces. En een kleine jetlag. Toch komt gedeputeerde Henri Swinkels van de provincie Noord-Brabant naar het provinciehuis om te vertellen over de opzet van een pilot voor een zogeheten resultatenfonds: een methode voor resultaatfinancering door overheden, in plaats van subsidie te verlenen. Hoewel het goed gaat met de provincie beneden de rivieren, profiteert zo’n 10 procent van de bevolking daar niet volledig van. Dat moet anders, vindt Swinkels.
Belangrijk hierbij is een betrokken provincie die zich focust op de vraag vanuit de maatschappij. De overheid moet de samenleving zelf inschakelen bij het oplossen van prangende maatschappelijke vraagstukken. Op deze nieuwe manier wordt nu gewerkt.
Kleinschaligheid werkt
De pilot resultatenfonds is een van die nieuwe manieren van werken. Uit eerder onderzoek in opdracht van de provincie is gebleken dat in Noord-Brabant veel betekenisvolle initiatieven worden gestart. Swinkels: “De provincie is alleen nog onvoldoende in staat om deze binnen de huidige programmalijnen te financieren zodat ze kunnen opschalen. Dit heeft te maken met de verkokerde werkwijze van de overheid, waarin geen plaats is voor brede maatschappelijke doelstellingen.” De pilot moet nu uitwijzen of een resultatenfonds grotere en concretere resultaten kan behalen en zo kan bijdragen aan de provinciale doelstellingen. Enerzijds helpt een resultatenfonds kleinschalige lokale initiatieven op de kaart zetten: Swinkels gelooft dat juist voor maatschappelijke vraagstukken de oplossing ligt in de kleinschaligheid van initiatieven, die dichtbij het vraagstuk staan en waarbij resultaten duidelijker voorhanden zijn.
Betekeniseconomie
Ook biedt dit de overheid de mogelijkheid om een nieuwe rol te spelen in het formuleren van oplossingen. Uiteraard komen bij zo’n nieuwe aanpak, die uitgaat van “de betekeniseconomie”, ook lastige uitdagingen kijken. Al die initiatieven raken verschillende loketten, wat betekent dat er intern flink geschakeld moet worden. Daarbij maakt de nieuwe aanpak de provincie kwetsbaar: durft zij de ruimte te laten aan die initiatieven, wetende dat ze niet allemaal de best beoogde resultaten zullen behalen? En de doelstelling “Noord-Brabanders gelukkiger maken” laat zich moeilijk vertalen in harde cijfers. Hoe gaan we daarmee om en bovenal, of beter: hoe zouden we daarmee om moeten gaan?”
Swinkels wil iedereen laten delen in de successen die de provincie en de samenleving boeken. Tegelijkertijd moeten de sfeer, de drang om te vernieuwen en samen uitdagingen aan te gaan intact blijven. Hierbij zou de betekeniseconomie een grotere rol moeten gaan spelen.
Niet heilig
“Maar we moeten de betekeniseconomie niet heilig verklaren”, benadrukt hij. Het is een veelbelovende ontwikkeling die Swinkels graag een plek in het beleid ziet krijgen. Ook is hij ervan overtuigd dat juist de overheid hier een aanjager in moet zijn, maar wel in directe samenwerking met initiatieven en de maatschappij in het algemeen. Uiteindelijk draait het allemaal om eensamenleving waarin iedereen zich prettig voelt en waar gelijkwaardigheid heerst. “Diversiteit is een groot goed als het gepaard gaat met solidariteit. En iedereen moet wel zo veel mogelijk dezelfde kansen krijgen.”
Resultatenfonds
Een resultatenfonds kan aan meerdere projecten uitbetalen nadat deze vooraf gedefinieerde resultaten hebben behaald. Uitbetaling aan verschillende individuele SIB-projecten is dus ook mogelijk, wat betekent dat het werkkapitaal door een private investeerder wordt verschaft. In dat geval verschaffen private investeerders werkkapitaal aan uitvoerders om de maatschappelijk uitdaging aan te pakken en worden de investeerders afhankelijk van de behaalde resultaten terugbetaald. Een resultatenfonds biedt dus de mogelijkheid om de resultaatgerichte manier van werken op meerdere locaties, beleidsterreinen en organisaties toe te passen. In plaats van steeds opnieuw het wiel uit te vinden, wordt er gewerkt aan een duurzaam financieringsmodel. Daarbinnen definiëren betrokken stakeholders een integrale aanpak voor maatschappelijke vraagstukken. Met een focus op uitkomsten in plaats van de methode, kunnen uitvoerders en ondernemers zich richten op de echte behoeften van een doelgroep of thema. Dit zorgt voor een integrale vraagstelling, met de vrijheid om maatwerk te leveren en bij te dragen aan duurzame uitkomsten.
Betekeniseconomie
In de betekeniseconomie ligt de focus niet op winst maken, maar op de maatschappelijke meerwaarde van een onderneming of initiatief. De basisgedachte is dat een wereld met gelijke kansen voor iedereen mogelijk is. De samenleving moet bouwen aan een rechtvaardige wereld en een sterke economie, waarbij de verantwoordelijkheid bij iedereen ligt: overheid, onderwijs, onderzoek, ondernemers en burgerinitiatieven. De provincie Noord-Brabant wil sterker gaan inzetten op deze betekeniseconomie, maar er is een aantal knelpunten: de verkokerde manier waarop geld wordt weggezet waar juist een integrale aanpak vanuit meerdere domeinen, perspectieven en samenwerkingspartners nodig is.