Zo concluderen podcastgasten Hans van de Ven en Menno Bosma. De journalisten schreven samen het boek ‘De belofte van de Social Impact Bond’. Het ontbreken van het maatschappelijke debat rondom Social Impact Bonds (SIBs) was het uitgangspunt van hun boek. En ondanks dat we bij Social Finance NL natuurlijk voorvechters zijn van het instrument, vinden we het ook belangrijk dat het op de juiste manier wordt ingezet. En dus zijn de kritische vragen van Menno en Hans wat ons betreft zeer welkom en ook terecht. Want is die SIB nou een effectieve aanvulling op het instrumentarium in de publieke sector? En hoe zorgen we nou dat het beter (en vaker) wordt ingezet?

Eerst nog even terug naar hoe een SIB ook alweer in elkaar zit: bij een Social Impact Bond hoeft de overheid vooraf niets te betalen. Dat doet de investeerder die in deze publiek-private samenwerkingsvorm betaalt voor een innovatieve oplossing voor een maatschappelijk vraagstuk. Vervolgens wordt er een uitvoerder, vaak een sociaal ondernemer, bijgehaald voor het realiseren van de oplossing. Wanneer de vooraf afgesproken resultaten behaald worden, betaalt de overheid de investeerder inclusief rendement. Zo niet, dan zijn ze hun investering kwijt.

Transparantie mist

Inmiddels zijn er in Nederland al zo’n 17 Social Impact Bonds opgezet, maar toch was het voor Menno en Hans nog knap lastig om alle informatie hierover boven tafel te krijgen. Dat komt vooral doordat investeerders over het algemeen gewend zijn om in contracten allerlei bepalingen op te nemen die niet in de openbaarheid mogen komen. Die eis stellen ze ook in de onderhandelingen met een gemeente wanneer een SIB wordt afgesloten. Die gaan daar vaak mee akkoord en dat betekent dus dat heel veel niet naar buiten mag komen. Zelfs als het gaat over de doelstellingen.

Er zit meer in dan eruit wordt gehaald

En dat is zonde, vinden de journalisten. Want doordat er zo weinig over gecommuniceerd wordt, is het ook heel lastig om geleerde lessen te verzamelen. En dat maakt het voor de voorstanders van SIBs ook lastig om die innovatie manier van het aanpakken van sociale problemen verder te promoten en uit te rollen. Nu zijn alle impact bonds allemaal eilandjes met nauwelijks uitwisseling tussen de gemeenten waarin ze hebben plaatsgevonden. En zelfs binnen een gemeente wordt veel te weinig nagedacht over wat er allemaal nog meer mogelijk is met deze methode. Er wordt vaak voor één specifiek probleem op dat moment een impact bond opgezet. Meestal meer met als doel om te besparen op de oplossing en aanpak daarvan, dan om blijvend te innoveren.

Durf!

Terwijl de publieke overheid nauwelijks risico loopt met een SIB constructie. Dat maakt het volgens Hans een hele interessante manier om te experimenteren en te zoeken naar efficiënte en innovatieve manieren om sociale problemen aan te pakken. “We missen alleen nog de durf,” vult Menno aan. “De durf om te innoveren, dat zit nog niet heel diep in het gemeentelijke DNA.” Bovendien zijn gemeenten heel taakgericht, terwijl het bij SIBs juist om resultaatgerichtheid gaat. Maar er ligt ook een belangrijke taak voor de centrale overheid volgens Menno en Hans. Vaak moeten de gemeenten het zelf maar uitzoeken. Daar zou de centrale overheid ook veel meer in kunnen stimuleren: een omgeving creëren waarin dit soort experimenten veel meer plaats kunnen vinden. De rijksoverheid kan een rol spelen door het delen en ontwikkeling van kennis, maar ook door mee te financieren. In het VK is Cabinet Office, het departement van de premier, hier actief mee bezig. Zo zouden Menno en Hans dit ook graag in Nederland zien. Een mooie oproep aan het nieuwe kabinet wat ons betreft!

Next steps

En wat zijn nu de volgende stappen om Social Impact Bonds echt verder te brengen? Volgens Menno en Hans zit dat vooral bij het beginnen met het openbaren van de hele SIB. En daarbij ligt volgens hen een schone taak voor de gemeenten, de opdrachtgevers, om die transparantie te bedingen. Om van tevoren te zeggen dat de resultaten ook naar buiten mogen komen. Helemaal ideaal zou een database zijn naar Engels voorbeeld met het Go-Lab. Een andere mogelijkheid is om verschillende impact bonds bij elkaar in één fonds te stoppen in een zogenoemd resultatenfonds. Dat kost én minder moeite om op te zetten, want dan ga je toch toe naar het ontwikkelen van een soort format daarvoor en je kunt van elkaar leren. Én het wordt als het goed is ook makkelijker om investeerders aan te trekken, want je hebt een veel groter volume.

Impact first

Tot slot adviseren Menno en Hans om veel meer een publiek-politiek debat te maken van de SIBs, in plaats van iets wat zich achter de schermen afspeelt en toch eigenlijk puur gericht is op besparen. Want laten we een misvatting uit de wereld helpen: besparen moet zeker niet het eerste doel zijn van een Social Impact Bond. Impact is niet voor niks het sleutelwoord.

Luister hier naar de podcast.